6.2: Pruiken en problemen in de 18e eeuw

H6: Nieuwe ideeën, nieuwe tijden
6.2: Pruiken en problemen in de 18e eeuw
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6: Nieuwe ideeën, nieuwe tijden
6.2: Pruiken en problemen in de 18e eeuw

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt uitleggen waarom het bestuur van Lodewijk XVI in de problemen komt.

2. Je kunt uitleggen waarom de bourgeoisie ontevreden is over de standenmaatschappij.

Slide 3 - Slide

In het vorige hoofdstuk leerde je over het absolutisme
Wat weet je nog? 

Slide 4 - Mind map

Waarom werd Lodewijk XIV de zonnekoning genoemd?
A
Het was een stralend en zonnig persoonlijkheid
B
Hij dacht dat hij van de zonnegod afstamde
C
Hij vergeleek zich met de zon: Stralend middelpunt
D
Hij had zich uitgeroepen tot Koning van de Zon

Slide 5 - Quiz

Lodewijk XIV liet alle belangrijke adel bij hem op het paleis van Versailles wonen. Waarom deed hij dat?
A
Hij was erg eenzaam, zo had hij veel bezoek
B
Hij wilde dat alle adel samen was zodat ze zich konden verdedigen tegen de revolutie
C
Hij vertrouwde ze niet, op deze manier kon hij ze goed in de gaten houden
D
Om zijn rijkdom te tonen

Slide 6 - Quiz

Lodewijk XIV (14) had in Frankrijk de absolute macht gegrepen. 

Zijn opvolgers, Lodewijk XV (15) en Lodewijk XVI (16) geloofden ook in het idee van een droit divin. 
De vorsten vonden dus dat de vorsten alleen verantwoording af hoefden te leggen aan God.

Frankrijk had ondertussen enorme problemen. 


Lodewijk XIV
Lodewijk XVI

Slide 7 - Slide

Probleem 1
Frankrijk had veel te weinig geld door het volgende: 
  • Oorlogen;
  • Het luxe hofleven in Versailles moest betaald worden;
  • De Eerste- en Tweede Stand betaalden geen belasting. 
Afbeelding uit die tijd. De titel is: 'het tekort'
Hierna: quizvraag

Slide 8 - Slide


Op hoffeesten in Versailles werd door de 18e eeuwse adel flink uitgepakt met dure jurken en indrukwekkende pruiken. 
In tijdschriften, zoals Gallerie des Modes, stonden de nieuwste trends. Hier zie je een tekening uit zo'n tijdschrift uit 1778. 
Geschreven bronnen zijn bronnen met tekst.
Ongeschreven bronnen zijn afbeeldingen of voorwerpen.
Primaire bronnen zijn bronnen die uit de tijd zelf komen.
Secundaire bronnen komen van iemand uit een andere tijd.
De tekening hiernaast is dus een....
A
Geschreven primaire bron
B
ongeschreven primaire bron
C
Geschreven secundaire bron
D
Ongeschreven secundaire bron.

Slide 9 - Quiz

Probleem 2
Het bestuur en leger functioneerden slecht.

  • Lodewijk XV en XVI hadden weinig interesse in het bestuur en namen daarom vaak verkeerde beslissingen.
  • De adel en geestelijken hadden veel politieke macht. Wetten die door de koning werden opgesteld, werden dus niet overal doorgevoerd.
  •  Er waren te weinig goede ambtenaren.
  •  Het leger raakte verzwakt door te weinig investeringen.

Slide 10 - Slide

Probleem 3
Frankrijk bestond uit een standenmaatschappij die voor grote ongelijkheid zorgde. 

Liefst 97% van de samenleving hoorde tot de Derde Stand. Zij hadden geen rechten. 

De geestelijkheid (Eerste Stand) en adel (Tweede Stand) hadden bepaalde voorrechten. 

Hierna: sleepvraag

Slide 11 - Slide

Geef aan hoe de bevolking in Frankrijk vóór de Franse Revolutie verdeeld was
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
De geestelijken
De adel
De rest
Betaalde geen belasting
Betaalde weinig belasting
Betaalde veel belasting

Slide 12 - Drag question


Het land Frankrijk heeft in de 18e eeuw dus verschillende problemen. 
Welk probleem is volgens jou het grootst? 
Te weinig geld
Slecht bestuur/ slecht leger
Standenmaatschappij en ongelijkheid

Slide 13 - Poll


Stel, jij hebt een tijdreismachine en je reist terug naar Frankrijk in de 18e eeuw. 
Bij welke stand uit de standenmaatschappij zou jij het liefst horen? 
Eerste Stand
Tweede Stand
Derde Stand

Slide 14 - Poll

Meer inspraak
Net als op het platteland groeide de ontevredenheid in de steden. De rijke burgerij, de bourgeoisie, sprak zich hiertegen uit. Zij wilden:
  • Meer inspraak in het bestuur
  • Eerlijkere belastingverdeling
  • Eerlijke rechtsspraak 
  • Meer aandacht voor de handel

In de 18e eeuw ontstonden er daarom koffiehuizen of salons waar men deze onderwerpen besprak. 

Slide 15 - Slide

Kaart Arabische Lente
De Arabische Lente
In onze tijd zijn er ook nog regelmatig revoluties. In 2010 begon de Arabische Lenteeen golf van democratische revoluties in de Arabische regio. 

In Egypte werd door grootschalige protesten (mede georganiseerd door social media) bereikt dat de leider van het regime aftrad. 

De gevolgen zijn nog niet duidelijk: Egypte is nog steeds onveilig. 
Hierna: quizvraag, dan video (3:15)

Slide 16 - Slide


Bij het vak geschiedenis heb je 2 soorten ontwikkelingen, namelijk:
1. Verandering waarbij iets anders wordt.
2. Continuïteit waarbij iets hetzelfde blijft. 
Twee zinnen: 

1. In Egypte was een revolutie, waarbij de leider aftrad. Dit is een voorbeeld van continuïteit / verandering
2. Egypte is tegenwoordig nog steeds een onveilig en instabiel land. Dit is een voorbeeld van continuïteit / verandering. 
A
1 = continuïteit 2 = continuïteit
B
1 = verandering 2 = verandering
C
1 = continuïteit 2 = verandering
D
1 = verandering 2 = continuïteit

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video


We hebben nu geleerd dat er veel kan veranderen door revoluties, maar dat sommige zaken ook hetzelfde blijven.
Vul in deze poll jouw mening in over de vraag: ''Heeft een revolutie eigenlijk wel zin''?
Ja!
Nee!

Slide 19 - Poll


Begrippencheck! Welk begrip ken je nu nog niet? 
(Je mag er maar één kiezen)
Absolutisme
Droit Divin
Ambtenaren
Standenmaatschappij
Bourgeoisie
Salon
Ik ken ze allemaal, ik word ook docent geschiedenis

Slide 20 - Poll


Hashtag! Doe alsof je een social-media post maakt over deze geschiedenisles. 
Welke 'hashtags' moeten er volgens jou absoluut bij deze les? Noem er minimaal 3. 

Slide 21 - Open question

Werktijd
STAP 1
STAP 2
Klaar? 

Maak 6.2: Pruiken en problemen in de 18e eeuw (1a - 8b)

Hoe?
  • Zelfstandig werken
  • Vraag? Steek je vinger op!
Nakijken via Tijd voor GS
Even wat voor jezelf 

Slide 22 - Slide

Hoe goed beheers jij nu de leerdoelen?
1 vinger: totaal niet.
2 vingers: een klein beetje
3 vingers: voldoende. 
4 vingers: goed
5 vingers: zeer goed!
1. Je kunt uitleggen waarom het bestuur van Lodewijk XVI in de problemen komt.

2. Je kunt uitleggen waarom de bourgeoisie ontevreden is over de standenmaatschappij.

Slide 23 - Slide