Beroepstaak verzorgen: signaleren van opvallend gedrag

Herkennen van opvallend gedrag
Beroepstaak ‘Verzorgen’

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Herkennen van opvallend gedrag
Beroepstaak ‘Verzorgen’

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  1. .

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Verzorgen
- Meer dan alleen ‘lichamelijke verzorging’.
- Ook ‘zorgen voor’ --> herkennen en signaleren --> ‘zien’, ‘opvallen’.
- Wanneer iets anders is dan normaal, is het de bedoeling dat je dat ziet, opvalt, herkent, signaleert. Vervolgens moet je daar naar handelen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is normaal?
- Ontwikkelingspsychologie
- Ieder kind is uniek.
- Gedrag dat een kind vaker laat zien.

randvoorwaarden: o.a. een veilig pedagogisch klimaat! 

Slide 6 - Slide

Ontwikkelingspsychologie: wat kunnen we van een kind verwachten volgens de ontwikkelingsfase?


 

Wanneer er ‘iets’ is, laat een kind ander gedrag zien 
- Regressie --> terugval in de ontwikkeling.

- ‘Iets’ --> bijzondere levensgebeurtenissen en problematiek


Slide 7 - Slide

Regressie: denk aan peuters/kleuters die eerst zindelijk waren maar door een specifieke gebeurtenis weer in hun broek gaan plassen.

Bijzondere levensgebeurtenissen/
problematiek

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Bijzondere levensgebeurtenissen en problematiek
Bijzondere levensgebeurtenissen:               Problematiek:
- Krijgen van een broertje of zusje                 - Laaggeletterdheid
- Scheiding ouders                                                - Pesten
- Verhuizen                                                                - Seksueel misbruik
- Overlijden dierbare (rouw)                             - Huiselijk geweld en                                                                                                                         kindermisbruik

Slide 9 - Slide

Bijzondere levensgebeurtenissen zoomen we niet op in tijdens de lessen, problematiek wel. 
Bijzondere levensgebeurtenissen kunnen zeker een mooi thema zijn voor een van je BPV-opdrachten --> hoe te 'verzorgen' bij een bijzondere levensgebeurtenis?
Groepsfases
Pedagogisch klimaat wordt bepaald in eerste 3 fases.
- Extra ‘herkennen en signaleren’ als pedagogisch medewerker.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Groepsfases
1. Groep wordt gevormd, doel is/wordt bepaald. Groep ontmoet elkaar. 
2. Groep leert elkaar kennen, wie neemt welke plek in in de groep?
3. Regels en groepsnormen worden bepaald. 
5. Afscheid nemen, groep gaat uit elkaar. 
4. Groep werkt aan gezamenlijk doel.
Adjourning
Performing
Storming
Norming
Forming

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Alarmsignalen
motoriek
  • gebrekkig houdingscontrole
  • ongecontroleerde bewegingen
  • slecht besef van eigen lichaam
spraak-/ taalontwikkeling
  • niet brabbelen
  • geen imitatie
  • geen woordbenoeming
persoonlijkheid
  • afhankelijkheid
  • gebrek aan wilskracht
  • angsten
  • gestoorde gewetensontwikkeling
sociale ontwikkeling
  • onverschilligheid
  • geen interactie
  • geen onderscheid tussen ik en jij
  • isolement
zelfredzaamheid
  • kan zichzelf niet verzorgen
  • geen zelfkritiek
  • geen inzicht (ziet geen gevaar)
spel
  • geen imitatie
  • gebruikt geen fantasie
  • is niet in staat om met anderen te spelen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren
< kindgebonden >
kind
laag geboortegewicht
vroeggeboorte
ongewenst geslacht
beperking hebben
veel ziek zijn
moeilijk temperament

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren
< ouder- en/of gezin >
gezin
negatieve jeugdervaring
moeizame start als ouder
gebrek aan kennis en vaardigheden
jonge of oude moeder
verslavingsproblemen
huwelijksproblemen
verwaarlozing 
of 
mishandeling
ingrijpende levensgebeurtenis
psychische problemen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Risicofactoren
< omgeving >
omgeving
slechte huisvesting
ontbreken steun
armoede
werkloosheid
weinig opleiding

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vroegtijdige onderkenning
Er is goede hulp en behandeling mogelijk voor het kind.
Een optimale ontwikkling en ontplooiing wordt mogelijk.
Het houdt de ontwikkelings-achterstand zo klein mogelijk.
Het beperkt emotionele schade.
Ouders komen eerder tot verwerking.
Ouders beschikken over belangrijke informatie voor gezinsplanning.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Definitie van gedrag:

Gedrag is alles wat we, bewust of onbewust, waarneembaar doen en laten.

In iedere groep is er diversiteit. Mensen verschillen o.a. in geslacht, culturele achtergrond, karakter en gezinssituaties. 
Ook verschillen wij in ontwikkeling, leermogelijkheden en gedrag.

We gaan nu kijken naar het laatste punt:                      gedrag

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Verschillende vormen van opvallend gedrag:
● Druk gedrag
● Opstandig gedrag
● Grensoverschrijdend gedrag
● Teruggetrokken gedrag
● Onverschillig gedrag
● Oneerlijk gedrag
● Dromerig gedrag

In de volgende sheets bekijken we de bovenstaande soorten van opvallend gedrag.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Normaal:            als beweeglijk gedrag past bij leeftijd/ geslacht

Opvallend:         het gedrag is altijd aanwezig, storend en is niet                                                          passend bij de leeftijdsfase van het kind

Voorbeelden:
- Moeite met rustig spelen
- Aan 1 stuk door praten
- Vaak kleine ongelukjes hebben
- Niet op de beurt kunnen wachten
Druk gedrag

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Opstandig gedrag
Normaal:        karaktereigenschap, koppigheidsfase peuters en pubers

Opvallend:     langdurig boos/ opstandig

Voorbeelden:
- past niet bij leeftijd
- driftbuien/ vaak ruzie
- regels weigeren
- andere irriteren/ prikkelbaar gedrag

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Grensoverschrijdend gedrag
Normaal:             opzoeken van grenzen en experimenteren bij zichzelf.

Opvallend:           anders dan opstandig gedrag: heel duidelijk tegen een ander gericht, en met opzet schade aangericht

Voorbeelden:
-lichamelijke en geestelijke mishandeling
-seksueel misbruik
-slaan, schoppen, bijten met als doen anderen pijn doen.


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Onverschillig gedrag

Normaal:                een kind doet op sommige momenten alsof zaken hem/haar niet                                    interesseren.

Opvallend:             houding in de vorm van verzet

Voorbeelden:
-halen van slechte cijfers doet het kind niets→ hekel aan school)
-dezelfde reactie op het gezicht, wat er ook gebeurt


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Oneerlijk gedrag
Normaal:                             een keer liegen/oneerlijk om bestwil
Opvallend:                          vaak liegen/ stelen

Het kan zijn dat de waarheid te naar is voor het kind om te accepteren

Expres liegen/ stelen, waar anderen last van hebben→ niet op tijd aangepakt? → grote kans op criminaliteit 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Angstig gedrag
Normaal:                          bang voor spoken, spinnen/ tandarts

Opvallend:                       ander, dieper liggende angst

Voorbeelden:
-alleen gelaten te worden/ afgewezen te worden
-angst verborgen houden → kind laat ander opvallend gedrag zien → bv. opstandig/ teruggetrokken
-faalangst → bang fouten te maken 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Dromerig gedrag
Normaal:                    rustig, meegaand/ af en toe dromerig

Opvallend:                 altijd dromerig gedrag

Voorbeelden:
-richt zich op wat anders dan er verwacht wordt
-werk komt niet op tijd af/ achterlopen leerstof
-motivatieverlies en negatief zelfbeeld

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingsstoornissen

  • leerstoornissen
  • communicatiestoornissen
  • motorische stoornissen
  • autismespectrumstoornissen
  • aandachtsstoornissen
  • gedragsstoornis
  • stemmingsstoornissen
  • angststoornissen
  • eetstoornissen 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Motorische stoornissen
DCD 
(developmental coordination disorder) 




Een ontwikkelingsstoornis waarbij het kind problemen heeft met het goed op elkaar afstemmen en coördineren van bewegingen, met als gevolg een probleem in de motorische ontwikkeling.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Ervaar!
Cadeau inpakken met handschoenen
Schrijven met niet voorkeurshand door het gebruik van een spiegel
Eten met stokjes
Veters strikken met een ovenwant

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Autisme Spectrum Stoornis (ASS)
Een aangeboren stoornis in de informatieverwerking in de hersenen. Met gevolg beperkingen in de sociale contacten en communicatie, beperkte en herhaalde gedragspatronen en star gedrag.
Autisme kan op veel verschillende manieren tot uiting komen
Ongeveer 1% tot 2% van de Nederlanders, meer dan 200.000 mensen, heeft autisme.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

Hoe kan ik autisme herkennen?

  • Geen biomarker voor autisme, zoals een bloed- of dna-test. 
  • Diagnose door psychiater of gz-psycholoog. 
  • Iedere persoon met autisme is anders.


Autismekenmerken komen bij alle mensen in meer of mindere mate voor. 
 Een diagnose autisme krijg je pas als deze kenmerken zorgen voor serieuze lijdensdruk of voor grote problemen op levensgebieden als werk, vrije tijd en relaties.


Slide 31 - Slide

Zo vinden veel mensen het prettig om vaste routines aan te houden of om zich langere tijd intensief met één onderwerp bezig te houden. Ook problemen op sociaal gebied zijn veel mensen niet vreemd.
Kenmerken die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn:

  •  Problemen op sociaal gebied/minder goed ontwikkelde sociale intuïtie
  • Moeite met (onverwachte) verandering
  • Dingen heel letterlijk nemen
  • Over- of juist ongevoelig voor zintuiglijke prikkels
  • Heel intensief bezig zijn met een beperkt aantal onderwerpen
  • Hyperfocus
  • Voorkeur voor een op een-contact
  • Niet graag over koetjes en kalfjes praten
  • Goed in het herkennen van patronen
  • Moeite met het bewaren van overzicht
  • Loyaal
  • Buiten vaste kaders kunnen denken
  • Perfectionistisch
  • Eerlijk en recht door zee
  • Uitstekende detailwaarneming
  • Goed in analyseren
  • (Ogenschijnlijk) geen interesse voor anderen tonen
  • Nauwkeurig
  • Talent voor specialisatie
  • Tragere informatieverwerking

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

aandachtsstoornis
ADHD als een vorm van neurodiversiteit: 
Verwerking van informatie op een minder standaard manier en kan een andere manier van denken en leren hebben. 
De term neurodivers kan ook een mogelijk negatief beeld dat mensen van ADHD kunnen hebben, verminderen. Dit wil niet betekenen dat je geen last van ADHD kan hebben. Het kan helpen om de diagnose ADHD te krijgen omdat jij en je omgeving dan beter snappen waarom dingen bij jou anders werken en je hier ook hulp bij kunt krijgen.





Slide 34 - Slide

This item has no instructions

3 Soorten ADHD
Er zijn allerlei kenmerken die bij ADHD horen. Dat je druk bent bijvoorbeeld, maar ook dat je niet altijd goed oplet. Je kunt snel afgeleid zijn en het lastig vinden om naar anderen te luisteren. 

Er zijn 3 soorten ADHD, met elk hun eigen kenmerken

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

1. ADHD-I (Inattentive): je hebt vooral moeite om je aandacht bij dingen te houden. Je zit vaak in je eigen wereld, voor anderen lijkt het alsof je aan het dagdromen bent. Dit heette vroeger ADD, Attention Deficit Disorder.

2. ADHD-H (Hyperactive/Impulsive): je bent erg druk, je beweegt veel en kunt moeilijk stilzitten. Ook doe en zeg je vaak dingen zonder er eerst over na te denken.

3. ADHD-C (Combined): je hebt kenmerken van allebei de andere soorten. Je bent dus druk én je hebt moeite met aandacht. Deze vorm van ADHD komt het meest voor.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Verschillen in de kenmerken van ADHD bij jongens en meisjes
Vaker gediagnosticeerd bij jongens dan bij meisjes. 

Dit komt doordat meisjes vaker alleen dromerig en afgeleid zijn (ADHD-I/ADD), en minder druk, terwijl ze ook wel heel veel kunnen praten. Dit beeld van ADHD is anders dan bij drukke en beweeglijke jongens, waardoor het door school en de huisarts vaak pas later wordt herkend.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van ADHD

 
De meeste kenmerken van ADHD hebben te maken met aandacht en hyperactiviteit. 



Vaak voorkomende kenmerken:
  • snel afgeleid
  • moeilijk stilzitten en vaak onrustig
  • problemen met slapen
  • vaak dingen kwijt
  • ineens heel boos worden
  • impulsief gedrag
  • moeilijk om plannen te maken

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Terugblikken doelen
  1.  


Schrijf voor jezelf op welke kennis je nieuwsgierig naar bent geworden. 

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions