M&M Media Blok 4 Jij en de Media

Jij en de media
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Jij en de media

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling vorige blok
  • Introductie blok 4
  • Uitleg blok 4
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Uitleggen dat persvrijheid belangrijk is voor het functioneren van een democratie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Kennen en kunnen
  • Uitleggen wat de verzorgingsstaat is en hoe die betaald wordt.
  • Vertellen wat de sociale zekerheid is en voorbeelden ervan noemen.
  • Uitleggen dat als de koopkracht van mensen stijgt, de economie groeit.


Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij sociale zekerheid?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Verzorgingsstaat
  • De overheid zorgt voor zijn bewoners (van wieg tot het graf)
  • Begon in 1947 door minister Drees met de noodwet voor arme ouderen
  • Na tien jaar werd deze noodwet officieel een wet: Algemene Ouderdomswet (AOW)
  • Start van de verzorgingsstaat, de overheid zorgt voor mensen die niet genoeg geld hebben om voor zichzelf te zorgen

Slide 8 - Slide

Verzorgingsstaat
Geld voor uitkeringen krijgt de overheid op 2 manieren: Belastingen en premies.
Belasting betalen we over alles wat we kopen en over ons loon.
Premies betaal je voor volksverzekeringen als je werkt.
De werkende zorgen voor de werklozen, maar ook voor jezelf

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Tweede Wereldoorlog
  • Verzorgingsstaat kon betaald worden door snelle wederopbouw en veel mensen een baan hadden.
  • Door Marshallplan groeide de welvaart
  • Lonen bleven in de jaren 50 laag waardoor NL goed kon concurreren met buitenlandse bedrijven
  • Toen de economie bleef groeien, namen ook de lonen toe

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Koopkracht en inflatie
Koopkracht -> De hoeveelheid producten die je kunt kopen

Je koopkracht hangt af van:
- je inkomen: hoe hoger je inkomen, hoe groter je koopkracht.
- de prijzen van producten: hoe hoger de prijzen, hoe kleiner je koopkracht.

Slide 13 - Slide

Koopkracht en inflatie
Inflatie -> Als producten duurder worden.

Als producten duurder worden omdat er veel vraag naar die producten is, noem je dat bestedingsinflatie

Als producten duurder worden omdat het maken van de producten duurder wordt, noem je dat kosteninflatie

Slide 14 - Slide

Het stelsel van Sociale zekerheid

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opdracht 1 t/m 6

Ben je klaar?
Blokken afmaken en nakijken

Slide 16 - Slide

Jij en de media

Slide 17 - Slide

Planning
  • Introductie
  • Uitleg blok 4
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat heeft de coronacrisis met de verzorgingsstaat en sociale zekerheid te maken?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Coronacrisis
Grote impact op de wereld, nog nooit is de wereld op slot gegaan.
Grote economische gevolgen waar bedrijven nog steeds mee te kampen hebben
Verzorgingsstaat zorgt ervoor dat ondernemers en zzp'ers hun inkomen behielden

Slide 22 - Slide

Jongerenculturen
  • Jongerenculturen zijn ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw:

  1. kwam er meer welvaart. 
  2. kregen jongeren meer vrije tijd.
  3. wilden jongeren zich afzetten tegen hun ouders.

Slide 23 - Slide

Jongerencultuur
  • Jongeren gingen zich anders gedragen
  • Jongeren gingen zich anders kleden
  • Ze wilden de maatschappij veranderen
  • Hippies

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Consumptiemaatschappij
In de jaren 60 ontstond er een consumptiemaatschappij, het voortdurend kopen van nieuwe producten.
Kon door het stijgen van de lonen.
Jongeren waren hier tegen omdat ze het slecht voor het milieu vonden.

Slide 29 - Slide

Zelfstandig werken
Maken opdracht 9 t/m 14


Ben je klaar?
Blokken afmaken en aftekenen
Kennen en kunnen samenvatten
Voorbereiden voor de toetsweek

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Wat is geen voorbeeld van de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen?
A
Als een vrouw ging trouwen moest ze stoppen met werken.
B
Werkende vrouwen kregen minder salaris dan mannen.
C
Vrouwen moesten vaker naar de dokter omdat zij zwakker waren dan mannen.
D
Getrouwde vrouwen mochten bijna niks zelf kopen.

Slide 32 - Quiz

Wat is de juiste definitie van feministen?
A
Normen en waarden van een groep mensen, die zichtbaar zijn in uiterlijk, muziekstijl en taal.
B
Mensen die opkomen voor de belangen van vrouwen en gelijke rechten van mannen en vrouwen.
C
Samenleving waarin mensen steeds nieuwe spullen kopen.
D
Het stelsel dat wordt gebruik in Nederland, omdat Nederland een verzorgingsstaat is.

Slide 33 - Quiz

Waar hebben de Dolle Mina NIET voor gezorgd?
A
Kinderopvang
B
Gratis de pil tot 18 jaar
C
Zelf mogen kiezen voor abortus
D
Gelijke salarissen tussen man en vrouw

Slide 34 - Quiz

Huiswerk
Afmaken Boek Media
Laatste les volgende week:
SO Blok 3 & 4 Media

Slide 35 - Slide