Quiz Holland uitwisseling

How many inhabitans does Holland have?
A
About 13 miljoen
B
About 17 miljoen
C
About 21 miljoen
D
About 25 miljoen
1 / 59
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 59 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

How many inhabitans does Holland have?
A
About 13 miljoen
B
About 17 miljoen
C
About 21 miljoen
D
About 25 miljoen

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

How many cows does Holland count?
A
About 2 million
B
About 4 million
C
About 6 million
D
About 8 million

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

A ratio of almost

      1    :    4

Cows : inhabitans

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is the capital of the netherlands?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
The hague
D
Maassluis

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

If a persoon Somewhere in the world does not respect human rights (war criminals) the are trailed in holland in the International Criminal Tribunal for the Former Yugoslavia. Were is the International Criminal Tribunal for the Former Yugoslavia positioned?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
C
The hague
D
Maasluis

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Holland is ruled by...
A
A king
B
A queen
C
A president
D
Neither

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Who is the persoon in the picture?
A
The king of holland
B
The quality inspector of the dutch milkindustrie
C
A famous scientist who discovered a cure for cancer
D
Nobody

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Which collor represents holland.
A
Red
B
Blue
C
Green
D
Orange

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

The colours of the national flagg in the correct order from top to bottem are
A
Blue white red
B
Blue red white
C
Red white blue
D
Red blue white

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

The Biggest part of Holland is....
A
Under sea level
B
Right around sea level
C
Above sea level

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maeslantkering 
Hoek van holland
Neeltje Jans 
Zeeland

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een dijk

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

The dutch also build dijcks in their evening meals, but wat for?
A
To drain the water from the food
B
To put in gravey (melted butter in which they baked the meat)
C
To put in garnish to make the food look good

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Holland is devided in provinces, do you know how mandy there are?
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Maassluis

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

In which province are you right now?
A
Noord-holland North-holland
B
Zuid-holland South-holland
C
Zeeland Sealand
D
Noord-brabant Northern-brabant

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

You have the provincie north-Holland and south-Holland, but there is only nort-Brabant, so what happend to south-Brabant?
A
The belgians took this area of land
B
This piece of land is flooded and is now under water
C
There never was a south-brabant

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Holland is good at one sport in perticulair, do you know which sport we a good at?
A
Soccer
B
Ice skating
C
Basket ball
D
Ballet

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

In Holland you see a lot of mills (see photo) wat are they for?
A
They are houses
B
They produce electricity
C
They are for grinding grain
D
They are for pumping up water

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is very common to eat for breakfast in holland
A
Oatmeal
B
Yoghurt
C
Sandwich with chocolate sprinkles

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Which flowers represent Holland?
A
Roses
B
Daisies
C
Lillies
D
Tulips

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

The colour on the vase is called...?
A
Delfts blue
B
Brussels blue
C
Maassluis blue

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

True or frase? The picture shows a dutch cookie called stroopwafels
A
True
B
False

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Which of the following painters are dutch masters?
A
Vincent van gogh
B
Rembrandt van rijn
C
Oscar monet
D
Pablo picasso

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

De Nachtwachtlaan by
Rembrandt van rijn
Selfportrait by 
vincent van gogh
The girl with 
the pearl earring

Slide 33 - Slide

This item has no instructions



Hoe ging het uitvoeren van je experiment?
Ik heb mijn experiment niet uitgevoerd.
Slecht
Oké
Goed

Slide 34 - Poll

  • Laat de leerlingen antwoord geven op de vraag via lessonup.app
  • Vraag de leerlingen wat hun experiment was en wat ervoor zorgde dat het slecht / oké / goed ging.
  • Vraag de leerlingen die het experiment niet hebben uitgevoerd waarom dit niet gelukt is. Misschien is het experiment niet concreet / leuk / nuttig genoeg geweest. Ook dit is leerzaam voor de volgende keer.
Extra informatie:
Het doel van de slides met het vergrootglas icoontje is om te reflecteren op de gedane experimenten. Door dit consequent te doen wordt het voor leerlingen een gewoonte om te reflecteren op de opgedane ervaringen. Ze worden beter in reflecteren en er ontstaat een cultuur waarbij het delen van je leeraanpak normaal wordt. 

Slide 35 - Slide

Module inzicht: Je kan je eigen mogelijkheden creëren.
Les inzicht: Iedereen kan creatief zijn en hier beter in worden door te oefenen.

Relevante pagina's uit het Slim jezelf zijn boek: p. 112

Extra informatie
Creativiteit als vaardigheid wordt veel onderschat tegenwoordig. Dit is jammer omdat creativiteit een vaardigheid is die in elke situatie van pas komt. In deze les gaan we ontdekken wat creativiteit is en hoe je er beter in kan worden. Voor meer informatie over dit onderwerp is de TED-talk van Ken Robinson: "Do schools kill creativity?" een mooi begin en het boek "Thinking fast and slow" van Daniel Kahnemann uitstekende verdieping.

Slide 36 - Slide

Extra informatie:
De terugblik is er om te reflecteren op de uitvoering van het experiment. Leerlingen bedenken wat ze van hun experiment hebben geleerd. Hierbij is er geen goed of fout. Zelfs als ze hun experiment niet hebben uitgevoerd is het waardevol om na te denken over hoe dat kwam.  
Voor meer informatie over de terugblik kan je kijken op pagina 17 van het slim jezelf zijn boek.

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • kan je uitleggen wat creativiteit is. 
  • weet je wat je kunt doen om nog creatiever te worden. 

Slide 37 - Slide

  • Lees de slide voor.
  • Vraag of alle leerdoelen duidelijk zijn voor iedereen.

Leerdoelen
Aan het einde van de les...
  • kan je uitleggen wat creativiteit is. 
  • weet je wat je kunt doen om nog creatiever te worden. 

Slide 38 - Slide

  • Lees de slide voor.
  • Vraag of alle leerdoelen duidelijk zijn voor iedereen.

Slide 39 - Slide

Extra informatie:
De check is er om de huidige aanpak van de leerlingen te ontdekken. Het kan een vraag, opdracht of test zijn en er zijn geen goede of foute antwoorden. Het is puur om te ontdekken welke strategieën of technieken de leerlingen nu gebruiken.
Voor meer informatie over de check kan je kijken op pagina 9 van het slim jezelf zijn boek.

Paperclip Challenge
Bedenk in 1 minuut zoveel mogelijk dingen die je met een paperclip kunt doen!
 
Vul ze in op de volgende slide.

Slide 40 - Slide

  • Leg uit dat je bij deze 'paperclip challenge' in 1 minuut zoveel mogelijk toepassingen bedenkt voor een paperclip.
  • Vraag of de leerlingen het snappen.
  • Start de timer op de volgende slide.
Extra informatie
De paperclip challenge is een manier om het vermogen om 'vrij' te denken te testen. Een paperclip is gemaakt om papier aan elkaar te verbinden, maar je kunt een paperclip natuurlijk voor veel meer gebruiken. 
timer
1:00
Wat kun je doen met een paperclip?

Slide 41 - Mind map

  • Vertel leerlingen dat ze moeten onthouden hoeveel antwoorden ze geven.
  • Start de timer door op start te klikken.
  • Houd de antwoorden gesloten tot de minuut om is.
  • Bespreek enkele antwoorden met de klas.
  • Vergeet niet om de antwoordinvoer te sluiten, als je de antwoorden wilt gaan bespreken.


Hoeveel toepassingen had jij bedacht?
0 tot 4
4 tot 8
8 tot 12
Meer dan 12

Slide 42 - Poll

  • Laat de leerlingen reflecteren door ze de vraag te laten beantwoorden.
  • Onthoud het meest gekozen antwoord.

Slide 43 - Slide

Extra informatie
Tijdens het ervaren krijgen leerlingen wetenschappelijke theorie en slimme leertips uitgelegd waar ze vervolgens mee aan de slag gaan. Het doel is dat ze ontdekken hoe de aangeboden kennis, technieken en/of strategieën voor hen werken. Hierin is het belangrijk dat de leerlingen zelf gaan ervaren. Alleen dan kunnen ze zelf kiezen wat ze willen met de opgedane ervaring.


Wat denk je dat creativiteit is?

Slide 44 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Bespreek de antwoorden met de leerlingen.
Extra informatie
Ken Robinson definieert creativiteit als het bedenken van nieuwe en waardevolle ideeën. Het is dus veel meer dan alleen knutselen of dingen doen met je handen. Kijk maar eens om je heen in het lokaal. Bijna alles wat erin staat is een voorbeeld van creativiteit. Het gaat bij deze vraag echter niet per se om het vinden van het 'juiste' antwoord. Doel van de vraag is om inzicht te krijgen in hoe leerlingen hierover denken.

Wat is creativiteit?
Creativiteit is het bedenken van nieuwe waardevolle ideeën. Het maakt niet uit waar dat over gaat!

Slide 45 - Slide

  • Bespreek dat wat op de slide staat.
  • Vraag leerlingen of ze het er mee eens zijn en waarom.
Extra informatie
Voor extra informatie over creativiteit verwijzen we graag naar de de TED-talk van Ken Robinson.

Roepen maar!
Op de volgende slide zie je een abstract schilderij waarin veel verschillende dingen te zien zijn.
 
Roep alles wat je in het schilderij ziet!

Slide 46 - Slide

  • Lees de slide voor.
  • Belangrijk is dat de leerlingen zich vrij en veilig genoeg voelen om alles te noemen wat ze in het schilderij zien. 
  • U kunt ervoor kiezen om de leerlingen hun vinger te laten opsteken als ze wat willen zeggen, maar de ervaring leert dat dit niet nodig is.

Slide 47 - Slide

  • Laat de leerlingen benoemen wat ze allemaal in het schilderij zien (4 eilandjes, struiken, een vis, etc.) .
  • Soms helpt het om eerst zelf een voorbeeld te geven van wat je erin ziet.
  • Ookal zien sommige leerlingen gelijk dat het een koe is, ga hier dan nog niet te veel in mee (oké een koe! Wat zien we nog meer?)

Slide 48 - Slide

  • Laat de leerlingen zien dat het schilderij onderdeel is van een koe.
  • Ga daarna naar de volgende slide om nog eens naar het schilderij te kijken.

Slide 49 - Slide

  • Laat het schilderij zien.
  • Vraag aan de leerlingen wat ze nu nog in de afbeelding zien. 
Extra informatie
De leerlingen zullen inzien dat het nu heel lastig is om geen koe meer te zien in het schilderij nu ze weten dat het onderdeel is van een koe. Met dit schilderij laat je dus zien dat iedereen creatief kan zijn (de leerlingen zien namelijk heel veel verschillende dingen in het schilderij) zolang je bepaalde regels (dat dit een koe is) los kunt laten. 

Les 1: Creativiteit is een vaardigheid
We kunnen allemaal creatief zijn als
we bepaalde regels los kunnen laten!
Door hiermee te oefenen, word je er steeds beter in! 

Slide 50 - Slide

  • Koppel nog even terug naar wat er bij het schilderij gebeurde. 
Extra informatie
Mensen zijn in staat om heel veel nieuwe ideeën te bedenken. Op het moment dat ergens al een bestaand idee over is (zoals de koe in de afbeelding), lukt het minder goed om nieuwe ideeën te bedenken. Zolang je bepaalde regels los kunt laten, kan je allerlei nieuwe, waardevolle ideeën bedenken en creatieve oplossingen vinden voor de dingen waar je in je dagelijks leven tegenaan kunt lopen. Ook kun je hierdoor dus allerlei leuke manieren bedenken om leren leuker te maken!

Paperclip Challenge
Denk nog eens aan de Paperclip Challenge. 

Wat als we de functie en het materiaal van 
de paperclip loslaten?

Slide 51 - Slide

Extra informatie:
Bij de eerste paperclip challenge hebben de leerlingen waarschijnlijk veel dingen genoemd die met een 'normale'  paperclip gedaan kunnen worden (blaadjes bij elkaar houden, als sleutel gebruiken, etc.). Maar wat als de paperclip van hout is en heel groot? Dan kan je er bijvoorbeeld een bootje van maken. Of als hij van suiker is? Laat de leerlingen inzien dat ze de regels los moeten laten en vrij moeten denken. Doe vervolgens nog eens de Paperclip Challenge. 

Paperclip Challenge 2.0
Bedenk in 1 minuut tijd zoveel mogelijk dingen die je met een paperclip kunt doen!

Schrijf alles op wat in je opkomt en laat alle regels los.

Slide 52 - Slide

  • Leg uit dat je bij deze 'paperclip challenge' in 1 minuut zoveel mogelijk toepassingen bedenkt voor een paperclip.
  • Vraag of de leerlingen het snappen.
  • Start de timer op de volgende slide.
timer
1:00
Wat kun je doen met een paperclip?

Slide 53 - Mind map

  • Vertel leerlingen dat ze moeten onthouden hoeveel antwoorden ze geven.
  • Start de timer door op start te klikken.
  • Houd de antwoorden gesloten tot de minuut om is.
  • Bespreek enkele antwoorden met de klas en vergeet niet om de antwoordinvoer te sluiten als je de antwoorden wilt gaan bespreken.


Ging het deze keer beter? Hoe komt dit denk je?

Slide 54 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Slide 55 - Slide

Extra informatie:
Mijn experiment is de laatste stap van het proces. Bij de check is de huidige aanpak duidelijk geworden. Bij het ervaren zijn ze aan de slag gegaan met een andere manier van leren. Nu is het tijd voor de leerlingen om te bedenken wat ze hiervan mee willen nemen om uit te proberen, verder mee te oefenen of een nieuwe, waardevolle gewoonte van te maken. Het helpt om dit plannetje zo concreet mogelijk te maken. Dat zorgt ervoor dat het makkelijker wordt om het experiment ook daadwerkelijk uit te voeren. De invulpagina in het slim jezelf zijn boek aan het eind van elke module (bijv pagina 128 voor de module creativiteit) geeft hiervoor handvatten. Voor meer informatie over mijn experiment kan je kijken op pagina 16 van het slim jezelf zijn boek.

Voorbeelden van een experiment

  • Deze week ga ik, als ik een probleem heb of bij een vak iets niet begrijp, drie verschillende oplossingen bedenken door de bestaande regels los te laten.
  • Ik ga dit weekend minstens één activiteit doen waarbij ik mijn creativiteit gebruik, zoals het leuker maken van het opruimen van mijn kamer.
  • Ik ga vanmiddag samen met een klasgenoot vijf plekken verzinnen waar we samen ons huiswerk kunnen maken, waarbij we bestaande regels loslaten.
     
  • Ik ga deze week elke dag 5 dingen bedenken die ik kan doen om huiswerk maken leuker te maken.
  • Dit weekend ga ik een uur de tijd besteden om mijn leerplek een fijnere en leukere plek te maken. Ik ga hiervoor eerst zoveel mogelijk ideeën opschrijven.  
  • Ik ga deze week de paperclip challenge op 10 verschillende voorwerpen toepassen, om zo mijn creativiteit te trainen. 

Slide 56 - Slide

  • Lees de slide voor.
  • Laat de leerlingen één van de experimenten kiezen die zij komende week gaan uitproberen.
  • Als de leerlingen zelf een goed idee hebben voor een experiment, kunnen zij deze ook uitvoeren. Benoem hierbij dat het belangrijk is dat het experiment concreet is.
  • De leerlingen kunnen op de volgende slide hun experiment invullen. 


Wat wordt jouw experiment?
Kies één van de voorbeelden of bedenk zelf een experiment

Slide 57 - Open question

  • Benoem dat het belangrijk is om het zo concreet mogelijk te maken.
  • Vraag een aantal leerlingen of ze hun experiment willen toelichten.
  • Wanneer een experiment nog niet zo concreet is kan je er op doorvragen. ("Wat ga je doen?", "Wanneer ga je het doen?", "Wat is de eerste stap?").


Wat vond je van deze les?

Slide 58 - Open question

  • Laat leerlingen de vraag beantwoorden.
Extra informatie
Als je de les aan 'Mijn lessen' hebt toegevoegd en de les hebt gegeven, kan je achteraf bij 'rapportages' de antwoorden van de leerlingen op een later moment nog inzien.

Slide 59 - Slide

  • Sluit de les af.