V4 - GS - 3.4

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

De opkomst en verspreiding van de Islam

Wat kon je aan het eind van de vorige les?

Je kunt beschrijven hoe het christendom zich verspreidde en hoe het christendom georganiseerd was in de Middeleeuwen.

Je kunt de theorie van het leenstelsel uitleggen en je weet welke kritiek daarop is.

Herhaling

Leg de stellingen uit:

• De verspreiding van het christendom in Noordwest-Europa had zowel een religieus als een politiek doel.
• Het leenstelsel heeft nooit bestaan.

Wat kun je aan het eind van deze les?

Je kunt het ontstaan en de verspreiding van de Islam beschrijven en aangeven welke factoren daar aan bij hebben gedragen.

Je kent het verschil tussen de soennitische en de sjiitische interpretatie van de islam.

Waar denk je aan bij de Islam?

Begin Islam:

• openbaring Mohammed >
• Koran: woorden Allah >
• profeet van Allah >
• 622: Hidjra >
• herovering Mekka >
• Islam over geheel Arabisch schiereiland vefrspreid
• 632: Mohammed sterft

Mohammed

Aspecten van de islam

• In de Koran staan de leefregels omschreven:
• 5 'zuilen' : 
• 1. belijdenis   
• 2. vijfmaal per dag bidden  
• 3. aalmoezen geven  
• 4. ramadan  
• 5. pelgrimstocht naar Mekka

Succesfactoren uitbreiding islamitisch rijk:

1. relatieve zwakte van tegenstanders
2. hoge belastingdruk burgers > middelen
3. saamhorigheidsgevoel Arabische stammen


4. 'Jihad'

Definitieve vestiging van de islam door:

1. stichting kampen (vb. Merv) olv gouverneurs: bestuurders / rechters / religieuze leiders
2. belastingheffing lokale volken
3. relatieve tolerantie
4. geen bekeringsdrang > minder inkomsten

Islamisering te merken aan:

1. islamitische munt (> macht en identiteit)
2. Arabisch ipv Grieks (bestuur en wetenschap)
3. sharia
4. publieke gebouwen ( o.a. moskee)   

Aan de slag

• Nakijken: 3.3 (en misschien nog wel 3.1 en 3.2)
• Bespreken: lastige vragen
• Maken: 3.4, opdr. 4, 6, 7, 9, 13 -> daarna Test jezelf op de site van Memo 

Wat kun je aan het eind van deze les?

Je kunt het ontstaan en de verspreiding van de Islam beschrijven en aangeven welke factoren daar aan bij hebben gedragen.

Je kent het verschil tussen de soennitische en de sjiitische interpretatie van de islam.