KT Meer dan lezen: tekstverbanden en signaalwoorden

Meer dan lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Meer dan lezen
Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- lezen;
- Bespreken huiswerk opdracht 7;
- Uitleg tekstverbanden en signaalwoorden;
- Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Lezen

Slide 3 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 4 - Slide


Slide 5 - Slide

Tekstverbanden

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden 1/2
  • opsomming:   ten eerste, ten tweede, om te beginnen, daarnaast, verder, ten slotte
  • tijdvolgorde/chronologisch:   vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, intussen
  • voorbeeld/toelichting:   bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou, neem bijvoorbeeld
  • tegenstelling:     in tegenstelling tot, maar, echter, hoewel, daarentegen, tegenover, toch, aan de ene kant.

Slide 8 - Slide

Verband: opsomming
Signaalwoorden: allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Slide 9 - Slide

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Slide 10 - Open question

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Slide 11 - Slide

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Slide 12 - Open question

Verband: tijdsvolgorde/chronologisch
Signaalwoorden: vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, uiteindelijk, intussen


Eerst moest Samira naar dansles en daarna ging ze naar huis.

Slide 13 - Slide

Welk signaalwoord geeft een tijdsvolgorde/chronologie aan?

Nadat we naar de winkel waren geweest, gingen we naar huis

Slide 14 - Open question

Verband: voorbeeld/toelichting
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, op deze manier, als, zoals, denk aan, neem nou, neem bijvoorbeeld


Er zijn veel verschillende accomodaties die je kunt huren, zoals tenten, stacaravans en bungalows.

Slide 15 - Slide

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld/toelichting aan?

Je kunt verschillende technieken gebruiken, neem bijvoorbeeld schuren, schaven of raspen.

Slide 16 - Open question

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
opsomming
B
voorbeeld/toelichting
C
tegenstelling
D
tijdsvolgorde/chronologie

Slide 17 - Quiz

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
0psomming
B
voorbeeld/toelichting
C
tegenstelling
D
tijdsvolgorde/ chronologie

Slide 18 - Quiz

Aan de slag 
K: opdracht 1 en 2 op blz. 23 t/m 25
T: opdracht 1 en 2 blz. 22 en 23


Klaar:
K: maak puzzel 1 en 2 op blz.244 en 245
T: maak puzzel 1 en 2 op blz. 250 en 251

Slide 19 - Slide