11/1 Duitsland - na WOII

Duitsland na WOII
Duitsland onder 4 bezettingsmachten
Twee Duitslanden (1949 - 1960)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Duitsland na WOII
Duitsland onder 4 bezettingsmachten
Twee Duitslanden (1949 - 1960)

Slide 1 - Slide

11/1 Duitsland
4. Ik kan uitleggen hoe de Sovjet-Unie satellietstaten in Oost-Europa vestigde en de scheiding tussen het Oostblok en Westblok werd geformaliseerd door het IJzeren Gordijn.
5. Ik kan de Trumandoctrine en de containmentpolitiek uitleggen en begrijpen hoe deze Amerikaanse beleidslijnen de Koude Oorlog beïnvloedden.
6. Ik kan het Marshallplan verklaren en begrijpen hoe dit economische hulpprogramma bijdroeg aan de wederopbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog.
7. Ik kan de gebeurtenissen rond de Blokkade van Berlijn (1948) en de Luchtbrug van Berlijn (1948) uitleggen en begrijpen hoe deze episode de spanningen tussen de Sovjet-Unie en de westerse geallieerden vergrootte.

Slide 2 - Slide

Kenmerkende aspecten
De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 3 - Slide

Wat waren heimatvertriebenen en hoe ontstond dit?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Het begin van de Koude Oorlog
Stalin: Satellietstaten in het Oostblok
Truman: Truman-doctrine en containment-politiek

juni 1947: Marshallplan

Slide 6 - Slide

Blokkade van Berlijn

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Tussen de Amerikaanse containmentpolitiek en het instellen van de Marshallhulp bestaat een verband.

Leg uit welk verband dat is.

Slide 9 - Open question

Historici zijn het niet eens over het beginpunt van de Koude Oorlog.
Drie mogelijke beginpunten zijn:
de Russische Revolutie
de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki
de afkondiging van de Trumandoctrine.

Geef voor de keuze van ieder mogelijk beginpunt een argument.

Slide 10 - Open question