tips leestoetsen

Leesteksten
oefenen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1-3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leesteksten
oefenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

1
Voor het lezen

Voordat je gaat lezen, ga je je eerst een beeld vormen van de tekst. 
Met wat voor soort tekst heb je te maken? Is het een advertentie, een ingezonden stuk, een artikel, enzovoort?

Slide 4 - Slide

2A
Je kunt op verschillende manieren lezen :

Skimmen: je gaat de tekst snel lezen, omdat je ongeveer wilt weten waar de tekst over gaat. Je doet dat door naar opvallende stukjes te kijken en van iedere alinea de eerste en de laatste zin te lezen.
Bij een vraag over de hele tekst, ga je skimmen. Je gaat zoeken naar aanwijzingen voor het antwoord.

Slide 5 - Slide

Bij vragen naar bepaalde informatie, ga je         scannen. Als de vraag bijvoorbeeld is hoeveel iets kost, ga je op zoek naar bedragen.
2B
Scannen: je moet zoeken naar bepaalde informatie. Als je dat gevonden hebt, hoef je de rest van de tekst niet te lezen.

Slide 6 - Slide

Intensief lezen: Hierbij neem je de tekst woord voor woord, regel voor regel, door.
2C
Als er in een vraag regelnummers gegeven worden, is het vaak de bedoeling dat je de gehele alinea intensief leest.

Slide 7 - Slide

Bij meerkeuzevragen, staan de vragen gewoonlijk op volgorde van de tekst. Lees alleen de vraag en het stukje waar volgens jou het antwoord in staat. Probeer vervolgens zelf een antwoord te geven en vergelijk dat met de antwoorden die gegeven zijn. Kies dan het antwoord dat het meest op jouw antwoord lijkt. Kom je er niet uit, dan is het vaak een kwestie van een paar keer 'heen en weer' lezen.
3

Slide 8 - Slide

Onbekende woorden
Bij lezen (en luisteren) heb je zelf geen invloed op de woorden die worden gebruikt. Je zult woorden tegenkomen die je niet kent. Als je te veel woorden niet kent (meer dan 10%), zul je moeite hebben met de tekst. Onbekende woorden hoeven echter niet altijd problemen op te leveren of opgezocht te worden in het woordenboek. Er zijn manieren om achter de betekenis van een woord te komen:
4

Slide 9 - Slide

4A
  •  probeer de betekenis te raden door de hele zin goed te lezen.
  • kijk of het woord lijkt op een Nederlands woord of een andere taal die je kent.

Slide 10 - Slide

5
Let's practise: 
https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/reading/a2-reading/going-out 

https://learnenglishteens.britishcouncil.org/skills/reading/b1-reading/tips-being-super-organised-student 

For fun: http://www.eastoftheweb.com/short-stories/childrenindex.html 

Slide 11 - Slide