Wat is de overheid?

Wat is de overheid?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat is de overheid?

Slide 1 - Slide

Wie regelt wat?

Slide 2 - Slide

Quiz ‘Wie regelt wat?’

Doel: Leerlingen ontdekken welke overheidslaag verantwoordelijk is voor verschillende taken.
Duur: 10 minuten
Vorm: Duo-opdracht + klassikale bespreking

Slide 3 - Slide

Wie regelt wat?

Wie bepaalt waar nieuwe scholen worden gebouwd?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 4 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie geeft paspoorten en ID-kaarten uit?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 5 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie legt de snelwegen aan?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 6 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie zorgt voor fietspaden en lokale wegen in een stad of dorp?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 7 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie beslist of een natuurgebied beschermd wordt?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 8 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie geeft vergunningen voor een markt in de stad?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 9 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie zorgt voor landelijke wetgeving zoals het rookverbod in horeca?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 10 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie regelt de jeugdzorg?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 11 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie controleert of bedrijven milieuregels naleven?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 12 - Quiz

Wie regelt wat?

Wie bepaalt waar windmolenparken komen te staan?

A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 13 - Quiz

Wie regelt dit?
Doel: Leerlingen koppelen realistische situaties aan de juiste overheidslaag.
Duur: 15 minuten

Slide 14 - Slide

1. Rijksoverheid
2. Provincie
3. Gemeente
A) Er moet een nieuw natuurgebied komen in de provincie.
B) Je wilt een nieuw paspoort aanvragen.
C) Er wordt een nieuwe snelweg aangelegd tussen twee grote steden.
D) Er moet een vergunning worden verleend voor een muziekfestival in jouw stad.
E) De stad wil meer fietspaden aanleggen.

Slide 15 - Drag question

Subsidies en accijns

Slide 16 - Slide

Subsidies
🟢 Subsidies – Belonen en stimuleren
De overheid geeft subsidies om bepaald gedrag aantrekkelijker te maken. Dit is een financiële bijdrage om mensen of bedrijven te stimuleren iets te doen.

📌 Voorbeelden:
Subsidie op zonnepanelen → Meer mensen kiezen voor duurzame energie.
Subsidie op elektrische auto’s → Minder vervuilende auto’s op de weg.
Subsidie op sportclubs → Meer mensen gaan sporten en blijven gezond.

Slide 17 - Slide

Belastingen en accijnzen
🔴 Belastingen en accijnzen – Afremmen en ontmoedigen
De overheid kan producten of activiteiten duurder maken om ze minder aantrekkelijk te maken. Dit gebeurt door belastingen en accijnzen.

📌 Voorbeelden:
Accijns op sigaretten → Roken wordt duurder, minder mensen roken.
Extra belasting op suikerhoudende frisdrank → Mensen drinken minder suiker.

Slide 18 - Slide

Kort samengevat
✔ Subsidies = Stimulerend gedrag belonen
✖ Belastingen/accijnzen = Ongewenst gedrag ontmoedigen

Slide 19 - Slide

Opdracht: Bedenk je eigen subsidie!

📝 Jouw opdracht:

Bedenk waar jij een subsidie voor zou geven.
Leg uit waarom dit een goed idee is.
Waarom moet dit gestimuleerd worden? 
Wat is het voordeel voor mensen of voor het land?

--> Schrijf je antwoord op en bespreek het met een klasgenoot!

Slide 20 - Slide

Afsluiting

Slide 21 - Slide