T14 gaswisseling en uitscheiding

Thema 14
Gaswisseling en uitscheiding

1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Thema 14
Gaswisseling en uitscheiding

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aan de slag !

Slide 10 - Slide

Wat is geen taak van de huid?
A
Beschermen tegen UV stralen
B
Waarnemen van prikkels
C
Beschermen tegen uitdroging
D
Stevigheid

Slide 11 - Quiz

Het onderhuids bindweefsel speelt een rol bij de ...
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 12 - Quiz

Darmkanaal houdt het inwendige milieu constant
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 13 - Quiz

De longen houden het inwendig milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 14 - Quiz

Het gele beenmerg houdt het inwendige milieu constant door
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 15 - Quiz

Welke 2 stoffen worden uitgescheiden door de longen?
A
Water
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Waterdamp

Slide 16 - Quiz

Welke rol hebben de spieren bij het instant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming

Slide 17 - Quiz

Welke rol heeft de lever bij het instant houden van een constant inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 18 - Quiz

Welke rol spelen de nieren bij het constant houden van het inwendig milieu?
A
Opslag
B
Uitscheiding
C
Bescherming
D
Opname

Slide 19 - Quiz

Bij het inwendig milieu horen:
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 20 - Quiz

Bij het uitwendig milieu horen
A
Lucht in de longen
B
Weefselvloeistof
C
Voedselbrij in de darmen
D
Bloedplasma

Slide 21 - Quiz

Opslag in huid
Uitscheiding via nieren
Opname voedingsstof
Opname zuurstof
Uitscheiding Koolstofdioxide
Opslag in spieren
Uitscheiding via de lever
Opslag in geel beenmerg
Opslag in lever

Slide 22 - Drag question

Basisstof 2
De huid en het onderhuids bindweefsel
Alleen schrift op tafel!!
LET OP: je hoeft niet alles over te schrijven

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Aan de slag !

Slide 34 - Slide

De opperhuid bestaat uit:
A
Kiemlaag en onderhuids bindweefsel
B
Hoornlaag en onderhuids bindweefsel
C
Hoornlaag en Kiemlaag

Slide 35 - Quiz

Wat is het verschil tussen
tastzintuigen en drukzintuigen
A
Tastzintuigen liggen vlak onder de kiemlaag in de lederhuid
B
Door de tastzintuigen kun je glad, ruw, hard waarnemen
C
Drukzintuigen liggen in de kiemlaag
D
Overal in de huid liggen evenveel tastzintuigen

Slide 36 - Quiz


Rowan is gevallen, hij heeft een niet bloedende schaafwond, welk(e) deel of delen van de huid is NIET beschadigd?
A
Alleen de hoornlaag niet.
B
Alleen de kiemlaag niet.
C
Alleen de lederhuid niet.
D
Alleen de hoornlaag en de kiemlaag niet.

Slide 37 - Quiz

Geeft het lichaam meer of minder warmte af als de bloedvaten in de huid wijder worden?
A
meer
B
minder
C
hetzelfde

Slide 38 - Quiz

Wat is de functie van talg vooral?
A
Het afvoeren van overtollige warmte.
B
Het beschermen tegen ultraviolet licht.
C
Het soepel houden van de huid en de haren.
D
Het zorgen voor een warmte-isolerende laag.

Slide 39 - Quiz

Van welke huidlaag is het voedsel van de huisstofmijt afkomstig?
A
lederhuid
B
kiemlaag
C
hoornlaag

Slide 40 - Quiz

Basisstof 3
Het ademhalingsstelsel

Slide 41 - Slide

De weg die de lucht aflegt:

- neusholte/mondholte
- keelholte
-strottenhoofd
- luchtpijp
- bronchien
- luchtpijptakje
- longblaasje

Slide 42 - Slide

Neusholte 
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies, deze is vochtig en warm wat de lucht die je inademt ook vochtig en warm maakt. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte. waarschuwt als er gevaarlijke stoffen zijn

Slide 43 - Slide

Kijk goed naar de stand van huig en strotklepje
Ademhaling
Huig is open, lucht kan keel in
Strotklep is open, lucht kan luchtpijp in
Slikken
Huig is dicht, eten gaat niet in de neusholte
Strotklep is dicht, eten gaat slokdarm in
Verslikken
Huig of strotklep sluit niet goed, eten gaat luchtpijp in

Slide 44 - Slide

 Bronchiën  
  •  eerste vertakkingen 
  •  kraakbeenringen: die voor stevigheid zorgen. 
Luchtpijptakjes
  • Vertakkingen van de bronchiën 
  •  dunnere buisjes 
  •  geen kraakbeenringen, maar spieren die voor stevigheid zorgen. 

Slide 45 - Slide

Functie longblaasjes
1. Veel longblaasjes
2. Dunne wand longblaasjes
3. Veel dunne haarvaten
4. Lucht wordt ververst
Daardoor kan er snel en veel 
gaswisseling plaatsvinden.
Groot oppervlak!

Slide 46 - Slide

Aan de slag !

Slide 47 - Slide