Woorden 3.5 2

Woorden 3.5 les 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woorden 3.5 les 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Huiswerk af?
Waar had je moeite mee?
Quiz
Uitleg tegenstelling
Uitleg woorden B/K

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

moedig
A
Als je veel bij je moeder bent
B
buitengewoon
C
heel erg moe zijn
D
iets durven wat je eng vindt

Slide 4 - Quiz

fobie
A
jaloers
B
ziekelijke angst
C
vereerd
D
zonder na te denken

Slide 5 - Quiz

nerveus
A
zenuwachtig
B
een injectie krijgen
C
zonder na te denken
D
de reden

Slide 6 - Quiz

gevleid
A
verlegen
B
gevallen
C
vereerd
D
gevlogen

Slide 7 - Quiz

Tegenstellingen

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:

- benoemen en verwoorden wat tegenstellingen zijn
- twee soorten voor- en achtervoegsels benoemen van tegenstellingen
- minimaal één tegenstelling met een achtervoegsel bedenken

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Tegenstellingen

Slide 11 - Mind map

Neem de zin over en gebruik zoveel mogelijk tegengestelde woorden:
Het was dag toen Romy naar het oude gebouw ging en onderweg kreeg ze het warm.

Slide 12 - Open question

Voorvoegsels en achtervoegsels
Sommige woorden krijgen een tegengestelde betekenis door er een voorvoegsel of achtervoegsel aan te plakken.

Voorvoegsel on- en anti- betekent niet of tegen
vb: onaangenaam, antigriepprik

Achtervoegsel -loos betekent zonder
Vb: liefdeloos

Slide 13 - Slide

Bedenk nu zelf nog een voorbeeld van een tegenstelling met een achtervoegsel (-loos)

Slide 14 - Open question

Maak de tegenstellingen af:
rijk - .....
donker - ....

Slide 15 - Open question

Aan de slag
Ga verder met 3.5 woorden
Maak opdrachten
B/K 9,10,11,12,13,14,15,16,17,18,19
KGT 9,10,11,12,14,15,16,17,18,19,20

Slide 16 - Slide