3.1 Leenmannen en leenheren

Tijd van Monniken en Ridders 
3.1 Leenheren, leenmannen en horigen (A)
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Tijd van Monniken en Ridders 
3.1 Leenheren, leenmannen en horigen (A)

Slide 1 - Slide

Theorie
Tijd van Monniken en Ridders (500-1000)
Vroege middeleeuwen 500-1000

(*)Tijd van Steden en Staten  
Late middeleeuwen 1000-1500 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een agrarische samenleving werd. 

2. Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren.

3. Je kunt uitleggen dat domeinen zelfvoorzienend waren. 

Slide 3 - Slide

Theorie
De klassieke oudheid (?) was een landbouwstedelijke samenleving. De landbouw was het belangrijkste middel van bestaan, maar er waren ook steden vol met handel, nijverheid en bestuur. 

Slide 4 - Slide

Theorie
Met de val van het (West!) Romeinse Rijk nam de handel af en was er grote economische achteruitgang. 

Na het einde van het West-Romeinse Rijk nam de handel af. Dit kwam door groeiende onveiligheid en het verval van wegen en bruggen: reizen werd gevaarlijk en moeilijk. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Theorie

Door de afname van handel en nijverheid liep het inwonertal van de steden sterk terug. Rome kromp van ongeveer 1 miljoen inwoners ten tijde van Augustus naar dertigduizend in de 7e eeuw. 
 In de vroege Middeleeuwen was Europa dan ook weer een landbouw (agrarische) samenleving geworden: veruit de meeste mensen leefden van de landbouw en woonden op het platteland. 

Slide 7 - Slide

Theorie
Door de groeiende onveiligheid van de vroege Middeleeuwen zochten veel pachtboeren (=boer die niet de eigenaar is van de grond die hij bewerkt, maar pacht (huur) betaalt aan de eigenaar) steun bij een edelman of een klooster.  

Opschrijven: 
De boer stond grond af in ruil voor bescherming. Hij bleef op de grond wonen maar moest nu meestal een deel van de oogst vaan de heer af te staan en allerlei diensten voor hem verrichten. 

Horigen: iemand die is gebonden aan de grond die hij bewerkt. 



Slide 8 - Slide

Theorie
Een landgoed waaraan horigen waren gebonden, heet een domein (land dat wordt bewerkt volgens het hofstelsel). 

Het hofstelsel is een systeem waarbij het ene deel van een domein direct door de heer wordt gebruikt en het andere deel wordt verpacht aan horige boeren. 

Een domein was verdeeld in twee delen. Op het vroonland stonden de burcht of het klooster. Op het andere deel lagen de akkers van de horigen. 





Slide 9 - Slide

Vroonland
Domein
Hofstelsel

Slide 10 - Slide

Theorie
Domeinen moesten zelfvoorzienend zijn. Waarom? 





Slide 11 - Slide

Theorie
Domeinen moesten zelfvoorzienend zijn. Waarom? 

  • Reizen (en dus handel) was gevaarlijk. 
  • De opbrengsten van het land waren laag en dus was er niks over om te verhandelen. 
  • Bewoners hadden weinig inkomsten om niet-agrarische producten te kopen. 






Slide 12 - Slide

Theorie
Dus: belangrijk dat het op het domein voldoende voedsel werd geproduceerd maar ook andere zaken die nodig waren om te leven. 

Zo had je vaak op een domein:
  • visvijver
  • veestallen
  • molen
  • smidsen
  • timmerwerkplaatsen. 






Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten 1, 2 en 3 van 3.1

Kijk 'Hofstelsel en Horigheid' van JortGeschiedenis op Youtube. 

Probeer in eigen woorden uit te leggen wat het hofstelsel is. 

Slide 14 - Slide

Leerdoelen nabespreken
1. Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een agrarische samenleving werd. 

2. Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren.

3. Je kunt uitleggen dat domeinen zelfvoorzienend waren. 

Slide 15 - Slide