This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lezen
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
- leerdoel bespreken en bekijken
- opdrachten maken
- afsluiter
Slide 2 - Slide
Luister naar tekst 1
Slide 3 - Slide
In tekst 1 staat: ‘Prettig voor thuis op de bank, in de auto of in de trein, tijdens het koken of klussen’. Waar en wanneer zou je nog meer naar podcasts kunnen luisteren?
Slide 4 - Open question
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- in de bus naar school of naar huis
- in bed, voordat je gaat slapen
- tijdens een tussenuur
- als je klaar bent met het maken van een toets
Slide 5 - Slide
Welke andere voordelen van podcasts worden in tekst 1 genoemd? Noteer er twee.
Slide 6 - Open question
Het juiste antwoord:
- geen scherm voor je neus
- ze zijn meestal gratis
Slide 7 - Slide
Waar zie je een voorbeeld van op de afbeelding? Op de afbeelding zie je voorbeelden van.....
A
podcastapps
B
soorten podcasts
Slide 8 - Quiz
Luister naar de trailer
Slide 9 - Slide
Er worden twee voorbeelden gegeven van mysteries die Sara probeert op te lossen. Noteer ze allebei.
Slide 10 - Open question
Het antwoord:
Wat doet dat rare luik in mijn school?
Wie zijn mijn geheimzinnige buren?
Slide 11 - Slide
Welke geluiden hoor je?
A
achtergrondgeluiden
B
geluidseffecten
C
muziek
D
stem van de podcastmaker
Slide 12 - Quiz
Welke geluiden maken de trailer beter, vind je? Leg je antwoord uit.
Slide 13 - Open question
Antwoord
Het geluid van de deuren en het gebons (of gebonk) maken de podcast beter, omdat ze het ‘echter’ maken.
Slide 14 - Slide
Worden er ook geluiden gebruikt die beter weggelaten kunnen worden? Zo ja, welke? Leg uit.
Slide 15 - Open question
Antwoord, bijvoorbeeld:
- het muziekje, want dat leidt af / is kinderachtig.
Slide 16 - Slide
De podcastserie Sara’s mysteries is gemaakt voor kinderen. Welke dingen zou jij anders doen als jij een podcast over mysteries zou maken voor jongeren van jouw leeftijd?
Slide 17 - Open question
Luister het fragment
Slide 18 - Slide
Noteer vijf vragen die beginnen met wat, wanneer, waar, waarom en hoe. Noteer daarna de antwoorden op je vragen.
Slide 19 - Open question
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Wat is er gebeurd? 🡪 Het schip / De Lutine is vergaan.
- Wanneer is het gebeurd? 🡪 in 1799
- Waar is het gebeurd? 🡪 voor de kust van Terschelling
Slide 20 - Slide
Welk mysterie wil de podcastmaker in deze aflevering proberen op te lossen?