BK2B les spelling H 2.8

Welkom in de les.
Op tafel: werkboek, etui (schrijfgerei), schrift en je IPad.

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de les.
Op tafel: werkboek, etui (schrijfgerei), schrift en je IPad.

Slide 1 - Slide

Inhoud
Terugblik
instructie
verwerken

Slide 2 - Slide

Verleden tijd
- Je weet dat er sterke en zwakke werkwoorden zijn.

sterk: lopen - liepen
zwak: voelen - voelde(n) / krassen - kraste(n)


Slide 3 - Slide

Zwak of sterk?
spelen
A
zwak
B
sterk

Slide 4 - Quiz

wat is een sterk werkwoord?
A
spoelen
B
krimpen
C
stoeien
D
winnen

Slide 5 - Quiz

Wat is de verleden tijd?
ik zit
A
ik zitte
B
ik zat

Slide 6 - Quiz

Schrijf de zin in de verleden tijd.
Max Verstappen (winnen) gisteren de race.

Slide 7 - Open question

Zet de zin in de verleden tijd.
Mercedes (balen) van dit resultaat.

Slide 8 - Open question

Opdracht
Maak het kopieerblad.
5 minuten.
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Meervoud
Hoe schrijf je de volgende woorden in het meervoud?
idee
melodie
bacterie

Slide 10 - Slide

Klemtoon
woorden op -ie of -ee
Je schrijft –ën erbij als de klemtoon op de ie of ee valt: feeën, genieën en reeën.
Je schrijft –n en een trema erbij als de klemtoon er niet op valt: bacteriën, poriën en oliën.

Slide 11 - Slide

Waar ligt de klemtoon?
Overdrijf je uitspraak.


Slide 12 - Slide

Wat is het meervoud van
fee?
A
fees
B
fee's
C
feejen
D
feeën

Slide 13 - Quiz

Welk woord staat goed in het meervoud?
A
bacterieën
B
melodiën
C
oliën
D
kopiën

Slide 14 - Quiz

Schrijf de woorden in het meervoud:
theorie, knie, porie

Slide 15 - Open question

Woorden als idee, bacterie en melodie in het meervoud zetten.

Hoe doe je dat?

Hoe weet je waar de klemtoon staat in een woord?

Slide 16 - Drag question

Zelf aan de slag
Jullie gaan nu zelfstandig aan het werk.
bladzijde 135 - 137
opdracht 7 t/m 11

Tot het einde van de les.
Tevens huiswerk voor dinsdag 14 december

Slide 17 - Slide

Leerlingen KGT
Jullie moeten bij opdracht 9 een kort artikeltje schrijven van 8 regels.
Ik verwacht dat je dat goed oppakt.

Jullie leren hoe je verkleinwoorden schrijft.
Woorden als:
auto - autootje
chocola - chocolaatje
Zijn hier vragen over?

Slide 18 - Slide