Hoofdstuk 4 paragraaf 3

1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

In het verdrag van Schengen staat dat:
A
Asielzoekers worden vehoord door de IND
B
Alle Europeanen overal mogen wonen/werken w
C
Europa vluchtelingen moet opnemen

Slide 12 - Quiz

Welke twee landen in Europa nemen relatief gezien de meeste vluchtelingen op?
A
Nederland en Duitsland
B
Nederland en Turkije
C
Engeland en Frankrijk
D
Duitsland en Turkije

Slide 13 - Quiz

Amin zegt: ik ben naar nederland gekomen, omdat het in mijn eigen land onveilig is.
Bij welke groep hoort Amin?
A
Immigrant uit een voormalige kolonie
B
arbeidsmigrant uit Oost-Europa
C
Gastarbeiders
D
Vluchteling

Slide 14 - Quiz

De EU heeft met Turkije een deal gesloten over de
opvang van de vluchtelingen. Wat houdt de ‘Turkijedeal’
in? (2 antwoorden mogelijk).
A
De vluchtelingen worden 50/50 verdeeld over Turkije en de EU
B
Turkije krijgt geld van de EU, in ruil daarvoor houden ze vluchtelingen tegen
C
Bepaalde vluchtelingen die in Europa zijn, worden teruggestuurd naar Turkije
D
Turkije geeft geld aan de EU, zodat zij de vluchtelingen op kunnen vangen

Slide 15 - Quiz

Wiktoria zegt: Mijn vader is naar Nederland gekomen, omdat hij hier meer geld kon verdienen dan in zijn eigen land.
Bij welke groep hoort de vader van Wiktoria?
A
Immigrant uit een voormalige kolonie
B
arbeidsmigrant uit Oost-Europa
C
Gastarbeiders
D
Vluchteling

Slide 16 - Quiz

Syrische vluchtelingen komen via de Canarische eilanden naar Europa
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Een asielzoeker is iemand die:
A
vlucht in eigen land
B
bescherming aanvraagt in Nederland
C
Vlucht vanwege een natuurramp

Slide 18 - Quiz

Hoe verhoudt het begrip vluchteling zich tot het begrip asielzoeker?
A
Alle asielzoekers zijn vluchtelingen.
B
Niet alle vluchtelingen zijn asielzoekers.
C
Als je asielzoeker bent, ben je geen vluchteling
D
Als je vluchteling bent, ben je geen asielzoeker

Slide 19 - Quiz

In 2019 kwamen asielzoekers naar de EU. Hoeveel % het het aantal EU burgers is asielzoeker uit 2019?
A
0,08 %
B
0,8%
C
8 %
D
23%

Slide 20 - Quiz

Een asielzoeker wordt hier alleen toegelaten als hij:
A
in zijn eigen land geen werk heeft.
B
in zijn eigen land gevaar loopt.
C
voor gezinsvorming naar Nederland komt.
D
voor gezinshereniging in aanmerking komt.

Slide 21 - Quiz

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Wat was je niet duidelijk en zou je graag meer uitleg over krijgen?

Slide 23 - Open question