les 1 Bollen van steen en gas

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 7

Zonnestelsel

Je leert...

hoe het zonnestelsel is opgebouwd en bij elkaar blijft.

de verschillen tussen sterren, planeten en manen.

hoe de maanfasen ontstaan.

hoe een zons- en maanverduistering ontstaan.

Ontelbaar veel sterren

Met een telescoop kan je heel diep in het heelal kijken. Elk puntje dat je ziet is een ster, maar dat is nog niet alles... Elke vlekje dat je ziet, is een groep van wel honderd miljoen sterren, dit noem je een sterrenstelsel. Er zijn meer sterren dan zandkorrels op aarde. Het sterrenstelsel waar de aarde bij hoort, is de Melkweg. Sterren zijn eigenlijk grote hete bollen van gas, die licht en warmte uitstralen. Om deze sterren heen draaien planeten.  Planeten zijn bollen van 

steen, gas of ijs die kleine zijn dan hun ster. 

De zon is de ster die het dichtst bij onze aarde staat, ongeveer 150 miljoen kilometer. Om de zon draaien acht planeten, de aarde is er daar één van! Om sommige planeten draaien weer andere planten, deze noem je manen. Planeten en manen geven van zichzelf geen licht, ze weerkaatsen het licht van de zon. 

Vul planeet of ster in.

De zon is een                                  de aarde een 

Een                             draait om een 

Een                             is groter dan een 

Een                             weerkaatst het licht van een 

planeet

planeet

planeet

planeet

ster

ster

ster

ster

Zwaartekracht

Sterren, planeten en manen zijn hemellichamen. Deze hemellichamen zweven door de ruimte. De zon, de acht planeten en hun manen vormen samen ons zonnestelsel. Ze blijven bij elkaar door zwaartekracht. Hoe zwaarder en groter een hemellichaam, hoe groter de zwaartekracht. De zon is het zwaarst. De planeten willen eigenlijk rechtdoor vliegen, maar de zon houdt ze vast met haar zwaartekracht. Daarom draaien ze rondjes om de zon.

Zwaartekracht

Uit welke acht planeten bestaat ons zonnestelsel?

Zoals de zon de planeten vast houdt met zwaartekracht, doen de planeten dit met de manen. Een planeet is veel zwaarder dan een maan. Een planeet trekt een maan aan, waardoor de maan rondjes gaat draaien om de planeet. Maar hoe kan het dan dat de maan niet op een planeet valt of een planeet op de zon? Dit werkt een beetje het zelfde als een zweefmolen. Zolang de stoeltjes vaart hebben, blijven ze zweven. Zolang een planeten en manen vaart hebben, blijven ze dus ook rondjes draaien.

Verschillende manen

Doordat de maan rondjes draait om de aarde, ziet de maan er steeds anders uit. De verschillende vormen van de maan noemen we maanfasen. Ongeveer elke vier weken staat de maan tussen de aarde en de zon. Dan schijnt de zon op de achterkant van de maan en zien wij de maan niet. Zo'n donkere maan heet nieuwe maan. Twee weken later staat de maan aan de andere kant van de aarde en verlicht de zon de volledige maan, dit heet volle maan. Tussen nieuwe maan en volle maan wordt de maan iedere dag een stukje groter. Tussen volle maan en nieuwe maan wordt de maan iedere dag een stukje kleiner.

https:

Samenwerkingsopdracht 

Naast alle maanfasen kunnen de zon en de maan voor nog twee andere spektakels zorgen, namelijk een zons- en maanverduistering. Kies één van de twee spektakels en maak hier in een tweetal een informatieve poster over. Aan het eind van de les presenteert ieder tweetal de door hun gemaakte poster. Voor deze opdracht krijg je 20 minuten de tijd. 

Wat heb je geleerd?

https:

Plus opdracht

Ontwerp een quiz over de verschillende planeten.
Je bent vrij in de vorm van de quiz en de planeten die je wilt behandelen!