This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Reading skills
hoe & wat
Slide 1 - Slide
Reading skills
Deze lessonup gaat over leesvaardigheid.
Leesvaardigheid is een belangrijk onderdeel in het PTA en in het examen.
In deze lessonup krijg je een aantal tips over hoe je jouw leesvaardigheid kunt verbeteren en laten we je nadenken over een aantal leesstrategieën.
Slide 2 - Slide
Reading skills
1. De belangrijkste tip!
2. Hoe pak je leesopdrachten aan?
3. Strategieën
Slide 3 - Slide
Wat is leesvaardigheid eigenlijk?
Slide 4 - Mind map
Reading skills
De belangrijkste tip van vandaag is:
WAAR STAAT JOUW ANTWOORD IN DE TEKST???
Als je jouw antwoord niet terug kunt vinden, is het fout!
Slide 5 - Slide
Reading skills
We gaan het hebben over leesstrategieën.
Slide 6 - Slide
Welke leesstrategieën ken je? (tip: er zijn er 4)
Slide 7 - Mind map
Reading skills
Voor elke tekst gebruik je een stappenplan waarin alle 4 de leesstrategieën opnieuw voorkomen. Dat is niet alleen bij Engelse teksten, maar dit doe (onbewust) altijd.
Het stappenplan is als volgt:
Slide 8 - Slide
Reading skills
Voor elke tekst gebruik je een stappenplan waarin alle 4 de leesstrategieën opnieuw voorkomen. Dat is niet alleen bij Engelse teksten, maar dit doe (onbewust) altijd.
Het stappenplan is als volgt:
1. Oriënterend lezen
2. Opdracht lezen
3. skimmen / scannen / intensief lezen
4. vraag beantwoorden
5. Antwoord controleren
Slide 9 - Slide
Wat doe je bij: oriënterend lezen?
Slide 10 - Mind map
Reading skills
Orienterend lezen
Titel van de tekst
Tussenkopjes
Plaatjes
Opvallende tekst: dik / schuin / onderstreept / KLEUREN
Bron / schrijver
Slide 11 - Slide
Wat doe je bij: skimmen?
Slide 12 - Mind map
Reading skills
Skimmen
Lees opvallende teksten
Lees de eerste & laatste
zin van elke alinea.
dik
schuinonderstreeptKLEUREN
Hierin staat vaak belangrijke info.
1e zin: waarover gaat de alinea
Le zin: samenvatting / conclusie
Slide 13 - Slide
Reading skills
Skimmen
Het doel van kimmen is dat je de tekst globaal begrijpt.
(wat staat er ongeveer in, wat is het doel, welke info is in welke alinea te vinden)