3.3. De Verzorgingsstaat

P3.3 De Verzorgingsstaat
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

P3.3 De Verzorgingsstaat

Slide 1 - Slide

§2.2
De Verzorgingsstaat
BASIS
A
Op weg naar de verzorgingsstaat
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom er na de oorlog een verzorgingsstaat werd opgebouwd.
Begrippen:
verzorgingsstaat
B
Opbouw van de verzorgingsstaat
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de Nederlandse verzorgingsstaat zich tussen 1950 en 1970 heeft ontwikkeld.
C
Problemen met de verzorgingsstaat
Leerdoel:
Je kunt uitleggen welke problemen ontstonden in de verzorgingsstaat en welke maatregelen de regering nam om deze op te lossen.
Begrippen:
sociale zekerheid

Slide 2 - Slide

§3.3
De verzorgingsstaat
BASIS
A
Op weg naar een verzorgingsstaat
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom er na de oorlog een verzorgingsstaat werd opgebouwd.
Crisis en oorlog

Crisis is niet vanzelf overgegaan
Mensen hadden vóór de oorlog vertrouwen verloren in democratie en voor niet-democratische stromingen gekozen
Er was erg veel ellende in de oorlog geweest

Slide 3 - Slide

§3.1
De verzorgingsstaat
BASIS
A
Op weg naar de verzorgingsstaat
  • Willem Drees (PvdA) tussen 1948 en 1958 minister-president.(=socialist)
  • In die periode: langzaam opbouwen van de verzorgingsstaat, 
  • Wetten invoeren zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW, 1957)
  • 'Vadertje Drees' wordt dan ook wel gezien als de grote man achter de verzorgingsstaat.
  • Van wieg tot graf

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

§3.3
Opbouw van de verzorgingsstaat
BASIS
B
Opbouw van de verzorgingsstaat
Werkloosheidswet (WW, 1952) betaal jezelf
Algemene Ouderdomswet (AOW, 1957) (belasting)
Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO, 1967) betaal jezelf
Algemene Nabestaandenwet (ANW), die ook gold voor mannen die weduwnaar werden. (belasting)
Kinderbijslag (belasting)
Algemene Bijstandswet (ABW). (belasting)

Iedere Nederlander had recht op een uitkering en dus op sociale zekerheid.

Slide 6 - Slide

§3.3
Opbouw van de verzorgingsstaat
BASIS
C
Problemen met de verzorgingsstaat
Opnieuw crisis
Economische crisis (o.a. door oliecrisis): 
  • veel werklozen met een uitkering
  • Oneigenlijk gebruik en fraude van uitkeringen
  • Vergrijzing: meer gebruik van AOW
  • Meer scheidingen: meer gebruik van Bijstandswet
  • Mensen zien de uitkering als een recht
  • Werken was niet aantrekkelijk door hoge uitkeringen

Slide 7 - Slide

§3.3
Opbouw van de verzorgingsstaat
BASIS
C
Problemen met de verzorgingsstaat
  • Vanaf jaren ’80: forse bezuinigingen op uitkeringen en verlaging van de uitkeringen
  • Strengere controle op uitkeringen door het UWV
  • Aantrekkelijker maken van werk: deeltijd, thuiswerk en loon hoger dan een uitkering
  • Strengere (her)keuring van arbeidsongeschikten

Slide 8 - Slide

§3.3
Opbouw van de verzorgingsstaat
BASIS
C
Problemen met de verzorgingsstaat
Discussie in onze tijd

  • Door de vergrijzing is pensioenleeftijd verhoogd naar 67 jaar, anders is de AOW onbetaalbaar

  • Aantal niet-werkende mensen wordt groter dan aantal werkende mensen

  • Armoede blijft (ook in Nederland) bestaan!

  • Werklozen worden in sommige gemeentes verplicht tot tegenprestatie.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoe reageerde Lubbers op de crisis in de jaren '80?
A
Bezuiniging op de verzorgingsstaat
B
Bezuiniging op defensie
C
Bezuiniging op export en import
D
Bezuiniging op de consumptiemaatschappij

Slide 11 - Quiz

Sleep het begrip naar de juiste uitleg.
Armen worden geholpen door de kerk
Regering maakt sociale wetten
Mensen lossen sociale problemen zelf op
Liberalen
Socialisten
Confessionelen

Slide 12 - Drag question

Wat is een verzorgingsstaat?
A
de overheid zorgt voor veiligheid
B
iedereen is verantwoordelijk voor zijn/haar eigen omgeving
C
de overheid zorgt actief voor welvaart en welzijn van de burger

Slide 13 - Quiz

Waarom was Willem Drees heel geliefd? ( vadertje Drees)
A
Omdat mensen door hem veel geld verdienden.
B
Omdat hij voor de zwakkeren in de samenleving opkwam. door bv. een uitkering te geven.
C
Omdat het een aardige man was.

Slide 14 - Quiz