Leerdoel 4: Je kan de begrippen waarde, norm, geschreven en ongeschreven regel en rechtsregel noemen, herkennen, beschrijven en toepassen en kan het verband tussen deze begrippen uitleggen.
Leerdoel 5: Je kan criminaliteit als een relatief begrip noemen, herkennen, beschrijven en toepassen en kent/weet daarbij de volgende voorbeelden van de relativiteit van criminaliteit voor het Nederlandse strafrecht.
Leerdoel 6: Je kent/weet de aspecten van de rol van media in de beeldvorming over criminaliteit.