Het voltooid deelwoord (vd) is een van de vormen van het werkwoord. Als het voltooid deelwoord in het werkwoordelijk gezegde voorkomt, staat er altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden. Bijvoorbeeld:
– Ik heb in de vakantie gewerkt.
– Mijn zus is vertrokken.
– De brug wordt hersteld.
De onderstreepte woorden zijn voltooide deelwoorden.
Zo schrijf je het voltooid deelwoord
• Sommige werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -en eindigt:
(zij heeft) gegeten, (ik ben) gevallen, (wij werden) gekozen.
• Andere werkwoorden hebben een voltooid deelwoord dat op -d of -t eindigt. Gebruik de verlengproef om de laatste letter te vinden: Ik heb het verdien…. Je hoort verdiende, dus je schrijft verdiend.
• Als je niet goed kunt horen welke letter je moet schrijven of als je zeker wilt weten wat de laatste letter moet zijn, gebruik je ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p. Je schrijft een -t als de laatste letter voor de uitgang -en van een werkwoord een medeklinker uit ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p is. Anders schrijf je een -d.
Voorbeelden:
– De brandweer heeft het vuur geblus.... De s van blussen zit in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p, dus je schrijft: geblust.
– Waar wordt het rioolwater geloos…? De z van lozen zit niet in ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p, dus je schrijft: geloosd.