This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
7 Ecosysteem
Slide 1 - Slide
Waar denk je aan bij ECOLOGIE?
Slide 2 - Mind map
Leerdoelen 7.1 Organismen
1. Je kunt de biotische en abiotische factoren binnen een ecosysteem benoemen.
2. Je kunt de invloed van de belangrijkste biotische factoren op organismen benoemen.
3. Je kunt veranderingen van biotische en abiotische factoren beschrijven.
Slide 3 - Slide
Ecologie
Ecologie is de de studie waarbij de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving wordt bestudeerd.
Op verschillende organisatieniveaus: Molecuul- cel- organisme- populatie- ecosysteem- biosfeer
Slide 4 - Slide
Levensgemeenschap
Populatie: een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied. Levensgemeenschap: Verschillende populaties in een bepaald gebied.
Slide 5 - Slide
Invloeden uit de omgeving
Biotische factoren: uit de levende (dode) omgeving
Abiotische factoren: uit de levenloze omgeving
De gezamelijke abiotische factoren van een omgeving= Biotoop
Slide 6 - Slide
biotische factoren
A-biotische factoren
Sleep de woorden naar de juiste plek
licht
gras
soortgenoten
regen
konijnen
schimmels
Temperatuur
wind
Slide 7 - Drag question
Een groep konijnen die in een gebied leven en zich onderling voortplanten noemen we een?
A
levensgemeenschap
B
populatie
C
ecosysteem
D
individu
Slide 8 - Quiz
habitat
Levens-omgeving van een plant of dier. Plaats waar het leven van een plant of dier zich afspeelt.
Slide 9 - Slide
Elk bodemdeeltje is omgeven door een dun watervliesje. Holten tussen klei-deeltjes klein, waardoor klei beter water en mineralen kan vasthouden.
Slide 10 - Slide
Klei
In klei is er wel minder zuurstof dan in zand. Ook is het moeilijk om voor wortels door te dringen door klei. Humus: mengsel van organische, anorganische en micro- organismen. Hoe meer humus in de grond hoe beter.
Slide 11 - Slide
Licht
- Fotosynthese: Schaduwplanten (weinig licht)
- Daglengte: voortplanting bij dieren, vorming bloemen
Slide 12 - Slide
Hoe passen planten zich aan als er weinig water beschikbaar is?
Slide 13 - Open question
Temperatuur
Temperatuur belangrijk voor de enzymactiviteit. Geschikte temperatuur voor planten tussen 0 en 45 graden celsius. Ook geldt dit voor dieren. Sommige dieren worden minder actief als de temp stijgt of daalt.
Slide 14 - Slide
Tolerantie
Het aantal guppy's uitgezet, tegen de omgevingstemperatuur.
Slide 15 - Slide
Geef aan of het om een biotische of abiotische factor gaat: Een boom zonder bladeren levert geen voedsel voor bladluizen.