This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lesdoelen thema A
Laten zien dat je uit kunt leggen wat natuurlijke hulpbronnen zijn.
Laten zien dat je uit kunt leggen wat duurzaamheid betekent.
Laten zien dat je uit kunt leggen wat de theorie van de drie p’s inhoudt.
Laten zien dat je uit kunt leggen voor welke uitdagingen de mens staat om de draagkracht van de aarde draaglijk te houden
Slide 1 - Slide
Wat betekent duurzaamheid? Gebruik in je antwoord het begrip natuurlijke hulpbronnen.
Slide 2 - Open question
Oneindige hulpbronnen
Eindige hulpbronnen
Fossiele brandstoffen
Wind en zon
Voedsel
Water
Grond
Slide 3 - Drag question
Waarom is het stijgende aantal mensen op aarde een probleem voor de draagkracht van de aarde?
Slide 4 - Open question
Hoe meer welvaart, hoe groter de ecologische voetafdruk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Leg in eigen woorden het begrip ecologische voetafdruk uit. Gebruik in je antwoord: fossiele brandstoffen, akkerbouw en veeteelt.
Slide 6 - Open question
Noem de twee redenen waardoor de voedselafdruk groeit en leg ze uit.
Slide 7 - Open question
Ecologische voetafdruk
Voedselafdruk
Waterafdruk
Slide 8 - Drag question
Lesdoelen thema B
Laten zien dat je uit kunt leggen wat duurzame energie is. (B130)
Laten zien dat je uit kunt leggen hoe je met duurzame energie de draagkracht van de aarde kunt vergroten. (B130)
Laten zien dat je uit kunt leggen wat de energietransitie inhoudt. (131)
Laten zien dat je uit kunt leggen wat energiebesparing en recycling betekenen. (B131)
Laten zien dat je uit kunt leggen wat we bedoelen met duurzaam voedsel en duurzame landbouw. (B132)
Slide 9 - Slide
Duurzame energiebronnen
windenergie
Biomassa
Zonne-energie
Slide 10 - Drag question
Geothermische energie en hydro-elektriciteit zijn ook duurzame energiebronnen. Leg uit wat deze bronnen zijn.
Slide 11 - Open question
Wat bedoelen we met energietransitie?
A
Gebruiken van alleen fossiele brandstoffen
B
Steeds minder gebruik maken van fossiele brandstoffen
C
Minder fossiele brandstoffen, meer duurzame energie
D
Gebruiken van alleen duurzame energie
Slide 12 - Quiz
Energietransitie betekent letterlijk: de overgang van fossiele brandstoffen naar groene energie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Recycling
Energiebesparing
Minder aardgas en steenkool gebruiken
Isoleren
Energiezuiniger maken van auto's en andere apparaten
Hergebruiken
Slide 14 - Drag question
Geef voorbeelden waarmee jij laat zien bewuster en duurzamer met je voedsel om te gaan.
Slide 15 - Open question
Lesdoelen thema C
Laten zien dat je uit kunt leggen wat het verschil is tussen het broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect. (B142)
Laten zien dat je uit kunt leggen wat het effect is van niet-duurzaam leven op onze wereld. (143 en B147)
Slide 16 - Slide
Leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen het natuurlijke broeikaseffect en het versterkte broeikaseffect.
Slide 17 - Open question
Klimaatverandering op zichzelf is niet echt een probleem. Wat heeft ervoor gezorgd dat de klimaatverandering van de afgelopen 150 jaar wel een probleem is geworden?
Slide 18 - Open question
Stijging zeespiegel
Klimaat wordt extremer
Permafrost wordt bedreigd
Landijs smelt
Water wordt opgewarmd
Meer droogte
Meer nattigheid
Bij ontdooiing en verrotting komt methaan vrij
Slide 19 - Drag question
Door klimaatverandering schuift de landbouw in Europa steeds verder op naar het noorden.