Is er congruentie? ja of nee?
1 Het groepje leerlingen gingen naar de gymles.
2 Mijn vader, broer en ik zongen het allerhardst.
3 In de zomer gaat mijn beste vriend en ik naar de camping.
4 Een paar hangjongeren werd gearresteerd door de politie.
5 Drie tosti’s en één hamburger ligt nog in de vriezer.
6 Twee goede vrienden van mijn basisschool zie ik nog steeds.