B3I - Hoofdstuk 1, Herhaling

Hoofdstuk 1: Arm en rijk in Nederland
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 1: Arm en rijk in Nederland

Slide 1 - Slide

Paragraaf 1: Arm en rijk in steden

Slide 2 - Slide

Arme en Rijke wijken:
Na WO2 veel vraag naar huizen. Daarom kleine, goedkope huizen van goedkoop materiaal.

Tegenwoordig zijn nieuwere woningen duur en worden gekocht door mensen met een goedbetaalde baan. De huizen zijn groot, van goed materiaal, een grote tuin en een grote straat

Slide 3 - Slide

Wat betekent het begrip "Welvaart"?

Slide 4 - Open question

Welvaart
Welvaart geeft aan hoe goed mensen aan voedsel, kleding, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg kunnen komen.

Welvaart kan je makkelijk bepalen door te kijken naar de inkomens. Veel geld betekent vaak een koopwoning.

Slide 5 - Slide

Wat betekent het begrip Welzijn?

Slide 6 - Open question

Hoe kan je de leefbaarheid in een wijk verbeteren?

Slide 7 - Mind map

Paragraaf 2: Veranderingen in oude arbeidswijken

Slide 8 - Slide

Veranderingen op de arbeidsmarkt
Grote bedrijven gingen Nederland uit, waardoor arbeiders geen baan meer hadden. Specifiek arbeiders met een lage opleidingsniveau.

Mensen met een betere baan verhuisden naar nieuwere wijken, hierdoor bleven de laagste inkomens achter.

Slide 9 - Slide

Fabrieksarbeiders konden moeilijk ander werk vinden, omdat ze weinig scholing hadden gehad
Welke extra moeilijkheid hadden gastarbeiders die hun baan verloren?

Slide 10 - Open question

Noem een paar voorbeelden van een slechte leefbaarheid

Slide 11 - Mind map

Wijken verbeteren
Wijken met veel problemen met betrekking tot leefbaarheid noem je achterstandswijken of aandachtswijken. Overal in Nederland werken gemeenten eraan om deze te verbeteren, zowel de woonomgeving als de zorg.

Je kan bijvoorbeeld huizen verbeteren en renoveren. Dat noem je renovatie.
Het compleet vernieuwen van een woonomgeving noem je sanering.

Slide 12 - Slide

Paragraaf 3: Rijke steden, arm platteland

Slide 13 - Slide

Mensen met te weinig geld voor eten, kleding etc. leven onder een grens/lijn? Hoe noem je dat?
A
Welvaartsgrens
B
Armoedelijn
C
Armoedegrens
D
Rijkdomfactor

Slide 14 - Quiz

Werken
Verschillen in inkomen hebben te maken met werk. Mensen die kunnen werken horen bij de beroepsbevolking.

De werkgelegenheid gaat over de banen die er in een gebied zijn.

Als er een groter beroepsbevolking is dan werkgelegenheid dan spreken we van werkloosheid: mensen zonder werk.

Slide 15 - Slide

Groeien en leeglopen
Hoogopgeleiden trekken naar de steden, daar is goedbetaald werk.
Er zijn ook laagopgeleide mensen in de steden, die kunnen soms geen werk vinden.

Op landelijke gebieden ver van de stad is niet veel werk. Het werk dat er is, is laagopgeleid. Veel jongeren gaan weg voor een betere baan of opleiding, alleen de ouderen blijven over.

Dat noem je vergrijzing.

Slide 16 - Slide