Wiskunde Havo A

Wiskunde Havo A Examen

Leerdoel

Aan het einde van de les kan de leerling een wiskunde Havo A examen maken.

Introduceer het leerdoel van de les en bespreek hoe de leerlingen dit doel zullen bereiken.

Wat weet jij al over het maken van een wiskunde Havo A examen?

Exameneisen

Het wiskunde Havo A examen omvat onderwerpen zoals algebra, meetkunde, statistiek en kansrekening.

Leg de belangrijkste onderwerpen uit die behandeld worden in het examen.

Algebra

Algebra is een belangrijk onderdeel van het examen, waarin leerlingen worden getest op hun vaardigheden in het oplossen van vergelijkingen en het werken met formules.

Geef voorbeelden van algebraïsche vergelijkingen en formules die in het examen aan bod komen.

Meetkunde

Meetkunde is een ander belangrijk onderdeel van het examen, waarin leerlingen worden getest op hun vaardigheden in het werken met vormen en figuren.

Laat voorbeelden zien van meetkundige problemen die in het examen aan bod komen.

Statistiek

Statistiek is ook een belangrijk onderdeel van het examen, waarin leerlingen worden getest op hun vaardigheden in het interpreteren van gegevens en het maken van grafieken.

Geef voorbeelden van statistische problemen die in het examen aan bod komen.

Kansrekening

Kansrekening is ook een belangrijk onderdeel van het examen, waarin leerlingen worden getest op hun vaardigheden in het berekenen van kansen.

Geef voorbeelden van kansrekening problemen die in het examen aan bod komen.

Oefenen

Het is belangrijk om veel te oefenen met examenvragen om goed voorbereid te zijn op het examen.

Vertel de leerlingen hoe zij kunnen oefenen met examenvragen en moedig hen aan om dit regelmatig te doen.

Samenvatting

Het maken van een wiskunde Havo A examen vereist vaardigheden in algebra, meetkunde, statistiek en kansrekening. Door regelmatig te oefenen met examenvragen kunnen leerlingen zich goed voorbereiden op het examen.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en benadruk nogmaals het belang van oefenen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.