5.2 - Twee manieren van leven



5.2 - Twee manieren 
van leven
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



5.2 - Twee manieren 
van leven

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe het communisme werd verspreid in het Oostblok. 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les kun je uitleggen hoe het kapitalisme en de democratie werden versterkt in westerse landen in Europa. 

Slide 3 - Slide


Vladimir Lenin










  • In 1917 grijpt Lenin de macht in Rusland. De Tsaar van Rusland wordt afgezet en vermoord.  
  • Lenin streeft naar gelijkheid. 
  • Privébezit wordt afgeschaft. 
  • Bedrijven en grond wordt voortaan van de staat. 
  • De macht moet naar de arbeiders (sovjets)

Slide 4 - Slide

Langzaam begint een jongeman, genaamd Iosif Dzjoegasjvili (bijnaam: Stalin), steeds belangrijker binnen de Communistische Partij te worden.
Lenin moet niets van Stalin hebben: hij vindt hem te grof en ongeschikt als leider (of opvolger). Maar Lenin krijgt een aantal beroertes...

Slide 5 - Slide




  • ...en sterft in 1924 zonder een duidelijke opvolger aan te kunnen stellen.

  • Het lichaam van Lenin is sindsdien opgebaard en te bekijken op het Rode Plein in Moskou

Slide 6 - Slide


Sovjeteconomie 


  • Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een planeconomie.
  • Dit betekende dat de staat besliste wat én hoe er moest worden geproduceerd.
  • Hiermee wilde Stalin laten zien dat de Sovjet-Unie een machtiger land was dan de kapitalistische landen met hun vrije markteconomie. 
  • De industrialisatie moest sneller op gang komen. 

Slide 7 - Slide


Dictatuur in de Sovjet-Unie

  • Onder Stalin werd Rusland een dictatuur.
  • Bevolking werd gecontroleerd door een geheime dienst. 
  • Miljoenen 'tegenstanders' kwamen terecht in een goelag, een strafkamp.
  • In deze 'opvoedingskampen' moesten de gevangenen, onder zeer zware omstandigheden, dwangarbeid verrichten.

Slide 8 - Slide


De Grote Zuivering

  • Stalin zag overal tegenstanders, vooral in mensen die een belangrijke rol in het bestuur of leger hadden.
  • Tussen 1934 en 1938 laat Stalin rond de 1 miljoen 'tegenstanders' oppakken en veroordelen.
  • De Sovjet-Unie wordt zo 'gezuiverd'.
  • Stalin 'zuivert' zoveel mensen weg dat zijn eigen positie en het Rode Leger wankel wordt. 

Slide 9 - Slide

Stalin gebruikte alles om zijn macht in het land te vergroten en te behouden, zoals censuur.
Stalin bepaalde wat er in de kranten én de geschiedenisboeken kwam te staan: vroegere medestanders (hier: oud-NVKD-hoofd Jezjov) werden 'er uit geschreven'

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Kapitalisme


  • De tegenhanger van het communisme is kapitalisme. We zien dit in westerse landen.
  • Er is sprake van vrijemarkteconomie: de vrije markt (fabrieken) bepalen zelf wat zij produceren en hoeveel het kost. 
  • De overheid bemoeit zich niet met de winst die bedrijven maken. Die winst noem je kapitaal.  

Slide 12 - Slide


Democratie

  • In het westen van Europa waren vrije verkiezingen. 
  • Je had vrijheid van meningsuiting en godsdienst.
  • De Amerikanen hadden er belang bij dat Europa democratisch zou zijn vanwege een afzetmarkt voor Amerikaanse producten (koelkast, televisie etc.)
  • Dankzij het Marshallplan bereikte (West)-Europa een grote welvaart. 

Slide 13 - Slide

Verenigde Staten
Sovjet Unie
Ideologie
Economie
Politiek
Geloof

Slide 14 - Slide

Verenigde Staten
Sovjet Unie
Ideologie
Kapitalisme
Communisme
Economie
Vrijemarkteconomie
Planeconomie
Politiek
Democratie
Dictatuur
Geloof
Christelijk
Geen

Slide 15 - Slide


Leven in de BRD (VS)


  • Er kwam een stabiele democratie. 
  • Snel economisch herstel door middel van het Wirtschafswunder.
  • Vrijemarkteconomie en kapitalisme
  • Maar ook armoede en werkloosheid. 

Slide 16 - Slide


Leven in de DDR (SU)


  • In de DDR was er geen welvaart.
  •  Er waren geen levensmiddelen, restaurants serveerden maar één gerecht.
  • Er was een geheime dienst die de bevolking controleerde. 
  • Maar je betaalde geen huur, ziekenzorg was gratis en iedereen had werk
  • Geen democratie. 1953 volksopstand. 

Slide 17 - Slide

Waarom een muur? (1)
  •  Veel inwoners van Oost-Duitsland willen weg.

  • De grens (IJzeren Gordijn) tussen Oost- en West-Duitsland is dicht

  • De grens tussen Oost- en West-Berlijn is wél open

  • West-Berlijn is volgens de Sovjet-Unie 'de etalage van het kapitalisme'.

Slide 18 - Slide

Waarom een muur? (2)
  • Veel Oost-Berlijners zien het rijke westen en willen weg. Vooral mensen met een hoge opleiding vluchtten naar het westen

  • De Oost-Duitse regering ziet dit als een grote bedreiging voor de toekomst van hun land: Berlijn moet dicht.

  • DDR leider Walter Ulbricht geeft opdracht op de bouw van een Berlijnse Muur. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Gevolgen
  • Bouw van De Berlijnse Muur, augustus 1961.

  • Laatste gat in het IJzeren Gordijn is dicht.

  • Vluchtelingenstroom neemt sterk af

  • Wel: veel ontsnappingen, vaak met dodelijke afloop...

Vergeet dit ook niet: ontsnappen betekende vaak dat je je familie nooit meer zag.


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide