VP_BOL_P7_WK5

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

CRISI-Model

Programma

• Lesdoelen
• Theorie
  
• Opdracht: CRISI-model stap 1 beschrijven

Lesdoelen

Na/tijdens deze les:

• Heb je een begin gemaakt aan het uitwerken van je reflectieverslag volgens het CRISI-model.
• Heb je stap 1 van dit model ingeleverd voor feedback.
• Ga je bewuster om met het gebruik van werkwoorden en signaalwoorden.

Eindopdracht Crisissituaties

• Voor deze eindopdracht schrijft je een reflectieverslag waarin je uitlegt hoe en waarom je in de gekozen situatie gehandeld hebt zoals je deed. 
• Je geeft aan wat de theorie zegt over de onvoorziene of crisissituatie en de handelingen die jij hebt uitgevoerd. 
• Wanneer er geen passende situatie in de praktijk heeft plaatsgevonden, kan een rollenspel op school worden ingezet.

Onderdelen van CRISI

Stap 1: De ervaring beschrijven

Stap 2: Reflectie

Stap 3: Beïnvloedende factoren

Stap 4: Wat had ik beter kunnen doen?

Stap 5: Leren

Stap 1: De ervaring beschrijven

De eerste stap gaat om het beschrijven van de onvoorziene of crisissituatie . Dit wordt gedaan door middel van enkele vragen. Beantwoord de onderstaande vragen om kritisch naar je eigen handelen te kunnen kijken. Je moet elke vraag in het reflectiemodel beantwoorden.

1.  Beschrijf de situatie zoals jij die hebt gevoeld en meegemaakt hebt en welke voorgeschiedenis zit hier aan vast.
2. Beschrijf jouw visie op een crisis.
3. Waarom vond jij dit een onvoorziene of crisissituatie. Beargumenteer m.b.v. literatuur waarom dit een onvoorziene of crisissituaties was.

Om ervaringen in het verleden te beschrijven:

.

Tijd voorbeeld	Voorbeeld
Voltooid tegenwoordige tijd:	Ik heb aangegeven hiermee dat ...
Onvoltooid verleden tijd:	Toen ik dat ervaarde, vond ik het lastig om …
Voltooid verleden tijd:	Ik had het materiaal al opgeborgen, toen hij vroeg of …

Om te reflecteren op je eigen gedrag en gevoel:

.

Tijd voorbeeld	Voorbeeld
Onvoltooid tegenwoordige tijd:	Ik voel me teleurgesteld wanneer …
Voltooid tegenwoordige tijd:	Ik heb op dat moment correct gehandeld, want …
Onvoltooid verleden tijd:	Toen hij dat aangaf, was mijn antwoord kortaf omdat…

.

.

Nog enkele tips:

1. Alles wat zich in het verleden heeft afgespeeld schrijf je in de verleden tijd.
2.  Wat je van iets geleerd hebt en hoe je iets in de toekomst zal aanpakken, schrijf je in de tegenwoordige tijd.
3. Gebruik signaalwoorden (bijv. van opsomming en tijd) om een duidelijk structuur aan te brengen in je reflectieverslag.
4. Als je het lastig vindt om een onderdeel uit te werken. Beantwoord dan eerst de vragen en bouw je antwoorden vervolgens om tot een lopend verhaal.
5. Soms kan je meerdere vragen bij elkaar nemen.
6. Houd de kopjes van het reflectiemodel aan.
7. Wees zorgvuldig met het geven van informatie en het gebruiken van bronnen.

Wat is voor jou van toepassing?

Ik kon zelf makkelijk een onvoorziene of crisissituatie bedenken.

Ik heb hier hulp bij nodig.

Ik heb hier vandaag hulp bij nodig

Beschrijf in maximaal 2 zinnen jouw onvoorziene of crisissituatie.

Waarom is dit volgens jou een onvoorziene of crissituatie?

Bij welk onderdeel ben je nu van je CRISI reflectie?

Stap 1: De ervaring beschrijven

Stap 2: De reflectie

Stap 3: Beïnvloedende factoren

Stap 4: Wat had ik beter kunnen doen?

Stap 5: Leren

Ik moet nog beginnen.

Ik ben al klaar.

Welke bronnen ga je gebruiken voor je CRISI-reflectie?

Wat ga je vandaan doen?

• Vandaag werk je tijdens Nederlands aan je reflectie voor Crisissituaties.
  
• Je werkt de eerste stap van het CRISI-model volledig uit (inclusief bronvermelding van gebruikte literatuur) en levert dit in via Itslearning. 
• Later deze week zal je feedback ontvangen op je ingeleverde werk.
  

Stap 1: De ervaring beschrijven

De eerste stap gaat om het beschrijven van de onvoorziene of crisissituatie . Dit wordt gedaan door middel van enkele vragen. Beantwoord de onderstaande vragen om kritisch naar je eigen handelen te kunnen kijken. Je moet elke vraag in het reflectiemodel beantwoorden.

1.  Beschrijf de situatie zoals jij die hebt gevoeld en meegemaakt hebt en welke voorgeschiedenis zit hier aan vast.
2. Beschrijf jouw visie op een crisis.
3. Waarom vond jij dit een onvoorziene of crisissituatie. Beargumenteer m.b.v. literatuur waarom dit een onvoorziene of crisissituaties was.