1.1 Wat wil je kopen?

Opdrachtje bij binnenkomst
Opschrijven > wat je denkt dat economie is? 
Wat zijn de laatste vijf dingen waar jij geld aan hebt uitgegeven > wat zijn goederen en diensten

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Opdrachtje bij binnenkomst
Opschrijven > wat je denkt dat economie is? 
Wat zijn de laatste vijf dingen waar jij geld aan hebt uitgegeven > wat zijn goederen en diensten

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 1 verstandig kopen
ECONOMIE 

Slide 2 - Slide

1.1 Wat wil je kopen?

Slide 3 - Slide

Basisbehoefte
Alles wat je echt nodig hebt om te kunnen leven

Zoals? 

Overige behoeften =
Alles wat je leven leuker en makkelijker maakt 

Zoals? 

Slide 4 - Slide

Eten

Basisbehoefte of overige behoefte? 

Slide 5 - Slide

Telefoon

Basisbehoefte of overige behoefte?

Slide 6 - Slide

Economie
De behoefte die mensen hebben 
&
Hoe ze in die behoeften kunnen voorzien

Slide 7 - Slide

Ruilen
Ruilen van spullen =
directe ruil


Ruilen voor geld =
indirecte ruil 

Slide 8 - Slide

Wat zijn goederen?
  • tastbare producten
  • Voorwerpen die je aan kunt raken 

Wat zijn diensten?
  • niet-tastbare producten
  • iemand doet iets voor jou

Wanneer ben je een consument?
  • Als je goederen of diensten koopt om in je eigen behoeften te voorzien 

Slide 9 - Slide

Goederen of diensten? 

Slide 10 - Slide

Diensten 

Slide 11 - Slide

Goederen of diensten? 

Slide 12 - Slide

Diensten

Slide 13 - Slide

Goederen of diensten? 

Slide 14 - Slide

Goederen 

Slide 15 - Slide

1) Lees de leerstof op blz. 10 + 12 

2) Maak
opdracht 3 t/m 6 (blz. 11 t/m 13) 

3) Klaar? > maak opdracht 2 + 5 van de herhaling (blz. 15) 


4) Maak opdracht 1,2,3 van de herhaling (blz.15) 

5) Maak opdracht 1,2,3,4 van de verdieping (blz. 16) 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Hoe noteer je een bedrag?
Wat zet je voor het bedrag?
€ 170 
Twee decimalen (2 cijfers achter de komma) 
€ 39,95
Hele euro's >
€ 39,00 of € 39,- of € 39
Duizendtallen (schrijf een punt voor overzicht) 
€ 12.300 

Slide 20 - Slide

Zo bereken je het gemiddelde:
  

Voor M & M  heb je de volgende cijfers behaald: een 7, een 7,4, een 6,6 en een 9

Bereken je gemiddelde.
(7 + 7,4 + 6,6 + 9)
                                                        ÷                                        = 7,5
      4


Slide 21 - Slide

1) Lees de leerstof
 op blz. 13

2) Maak opdracht 7 t/m 9 (blz. 13 + 14) 

3) Maak opdracht 4 van de herhaling (blz. 15) 

4) Maak opdracht 5 van de verdieping (blz. 16) 


Klaar? >
maak opdracht 2 + 4  van de verdieping (blz. 15) 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide