Les 4: o - oo

o - oo
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NT2ANT2+Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

o - oo

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

o

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Luister en zeg na (twee keer).

Slide 6 - Slide

pop

Slide 7 - Slide

stok

Slide 8 - Slide

grot

Slide 9 - Slide

honden

Slide 10 - Slide

storm

Slide 11 - Slide

bod
bok
bol
bom
bon
bos
dof
dol
dom
dop
dor
god
gok
hof
hok
hol
hor
jok
kok
kom
kop
lof
log
lok
lol
lor
los
lot
mok
mol
mos
mot
nog
nok
non
nop
nor
pol
pop
por
pot
rog
rok
rol
ros
rot
sok
som
sop
tof
tol
ton
top
tor
vol
vos
wok
wol
zon
zot

Slide 12 - Slide

woorden met o

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Video

Deel de volgende dia.

Laat de leerlingen 4 klanken aanklikken: 
a - e - i - o

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

- Speel memory in groepjes.
- Blad op de J-schijf (auditieve discriminatie).

Slide 17 - Slide

oo

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Luister en zeg na (twee keer).

Slide 21 - Slide

zool

Slide 22 - Slide

room

Slide 23 - Slide

knoop

Slide 24 - Slide

toren

Slide 25 - Slide

lopen

Slide 26 - Slide

boog
boom
boon
boos
boot
dood
doof
doop
doos
goot
hoog
hoon
hoop
hoos
jood
kook
koop
koot
lood
loof
loom
loon
loop
loos
loot
moot
noot
pook
poos
poot
rood
roof
rook
room
roos
soos
toom
toon
woon
zoom
zoon

Slide 27 - Slide

woorden met oo

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

ik hoor o
ik hoor oo

Slide 31 - Drag question

- Speel memory in groepjes.
- Blad op de J-schijf (auditieve discriminatie).

Slide 32 - Slide

- Ik lees de zinnen voor.
- Vul in: o of oo.
- We kijken samen na.

(Blad op J-schijf in bestand
auditieve discriminatie.)

Slide 33 - Slide

- Ik zeg een woord.
- Hoor je o of oo?
- Omcirkel het goede antwoord.

Voorbeeld 1: oog
Voorbeeld 2: zool

(Daarna het digibord uitzetten/bevriezen!)

(Blad op J-schijf in bestand
auditieve discriminatie.)

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Ik zeg een woord. 

Hoor je de o? Ga staan.

Hoor je de oo? Ga zitten.



(Bevries het scherm van het digibord, woorden op volgende dia.)

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide