This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Voorbeeld opgave:
Deze trui kost 85 euro en wordt 65 euro.
In 2017 zijn er 451 000 mensen werkloos.
Dat is 5,2 % van de gehele beroepsbevolking.
Bereken hoe groot de totale groepsbevolking is.
Rond af op duizendtallen.
Mark zet €285,- op zijn nieuwe spaarrekening.
Hij krijgt 3,75 % rente per jaar. Hij laat al het geld 5 jaar op de rekening staan.
N = B x g t (of Uitkomst = begingetal x groeifactortijd)
B = 285
g = (100 + 3,75) : 100 = 1,0375
Bedrag in € = 285 x 1,0375 t
t : tijd in jaren