quizz apprendre 1+2 Hoofdstuk 3

Leerdoelen Hoofdstuk 3

- Kennismaken met het Franse schoolsysteem
- Huiswerk overhoren: apprendre 1 +2
- ww -er
1 / 42
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Leerdoelen Hoofdstuk 3

- Kennismaken met het Franse schoolsysteem
- Huiswerk overhoren: apprendre 1 +2
- ww -er

Slide 1 - Slide

Wat is het hoogste cijfer op school in Frankrijk?
A
10
B
15
C
5
D
20

Slide 2 - Quiz

Volgens het Franse schoolsysteem op welke school zitten jullie?
A
le lycée
B
le collège
C
l'école maternelle
D
l'école primaire

Slide 3 - Quiz

Hoe heet de school voor de leerlingen tussen 11 en 15 jaar? (onderbouw)

Slide 4 - Open question

l'école =
A
de klas
B
de leerling
C
de school
D
de pen

Slide 5 - Quiz

de pen =
A
le livre
B
le lundi
C
les devoirs
D
le stylo

Slide 6 - Quiz

maandag =
A
mercredi
B
lundi
C
jeudi
D
dimanche

Slide 7 - Quiz

woensdag=
A
mercredi
B
jeudi
C
vendredi
D
dimanche

Slide 8 - Quiz

mardi =
A
woensdag
B
dinsdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 9 - Quiz

zondag =
A
dimanche
B
samedi
C
vendredi
D
jeudi

Slide 10 - Quiz

maandag =
A
lundi
B
mardi
C
mercredi
D
jeudi

Slide 11 - Quiz

samedi=
A
zaterdag
B
zondag
C
maandag
D
dinsdag

Slide 12 - Quiz

l'histoire =
A
natuurkunde
B
wiskunde
C
geschiedenis
D
aardrijkskunde

Slide 13 - Quiz

les maths (mathématiques)
A
aardrijkskunde
B
wiskunde
C
engels
D
het vak

Slide 14 - Quiz

la matière =
A
de oefening
B
het boek
C
Engels
D
het vak

Slide 15 - Quiz

l'anglais=
A
wiskunde
B
geschiedenis
C
aardrijkskunde
D
engels

Slide 16 - Quiz

de computer =
A
l'école
B
l'ordinateur
C
la tablette
D
les devoirs

Slide 17 - Quiz

de leerling =
A
l'élève
B
le livre
C
le stylo
D
l'école

Slide 18 - Quiz

apprendre =
A
werken
B
leren
C
schoonmaken
D
opruimen

Slide 19 - Quiz

les devoirs =
A
de hobby
B
het huiswerk
C
het opruimwerk
D
het schoonmaakwerk

Slide 20 - Quiz

l'école =
A
het huis
B
de school
C
het bed
D
de winkel

Slide 21 - Quiz

aujourd' hui =
A
de ochtend
B
de middag
C
vandaag
D
de avond

Slide 22 - Quiz

le matin =
A
de middag
B
de ochtend
C
de avond
D
om 12h00 's middags

Slide 23 - Quiz

je rentre =
A
ik ga naar huis
B
ik kom binnen
C
ik ga
D
ik kom

Slide 24 - Quiz

les devoirs =
A
moeilijk
B
het uur
C
het huiswerk
D
het einde

Slide 25 - Quiz

Schrijf: moeilijk

Slide 26 - Open question

makkelijk =

Slide 27 - Open question

de avond / 's avonds

Slide 28 - Open question

de les

Slide 29 - Open question

na
A
la fin
B
le cours
C
difficile
D
après

Slide 30 - Quiz

la fin =

Slide 31 - Open question

les maths/ les mathématiques

Slide 32 - Open question

la géographie

Slide 33 - Open question

à midi

Slide 34 - Open question

20
A
trente
B
quarante
C
vingt
D
cinquante

Slide 35 - Quiz

30
A
vingt
B
trente
C
quarante
D
cinquante

Slide 36 - Quiz

40
A
vingt
B
trente
C
quarante
D
cinquante

Slide 37 - Quiz

cinquante
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 38 - Quiz

parler = spreken
Ik spreek

Slide 39 - Open question

parler = spreken
wij spreken

Slide 40 - Open question

stap 1
-er
stap 2
-uitgang erachter

habiter = wonen
jij woont

Slide 41 - Open question

VOND je dit leuk om zo woordjes te overhoren?
ja
nee

Slide 42 - Poll