H 30 Fictie: plot

Maandag 23 september
Lezen Moordgeheim
Huiswerk nakijken
Log in in LessonUp
Uitleg en oefenen fictie plot 

Aan de slag met les 30
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Maandag 23 september
Lezen Moordgeheim
Huiswerk nakijken
Log in in LessonUp
Uitleg en oefenen fictie plot 

Aan de slag met les 30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het huiswerk was:
Hoofdstuk 5, Genres:
Maken: Opdracht 1-11

Hoofdstuk 17, Personages:
Maken: Opdracht 1-10

Hoofdstuk 18, Omgeving:
Maken: Opdracht 1-10

















Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 5, Genres opdr. 1-11

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 5, Genres opdr. 1-11

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 17, Personages opdr. 1-10

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 17, Personages opdr. 1-10

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 18, Omgeving opdr. 1-10

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 18, Omgeving opdr. 1-10

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

H30: Ik weet wat een plot is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

De plot

Het begin, verloop en einde van 
wat een personage in een 
verhaal meemaakt, noem je ook 
wel de 'verhaallijn' of de 'plot'. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Spanning creëren
Doordat je de inhoud of de afloop van een verhaal nog niet kent, ontstaat er spanning.
Een schrijver heeft verschillende manieren tot zijn beschikking om deze spanning zo lang mogelijk vast te houden: 
  • springen tussen verhaallijnen
  • afkappen van de verhaallijn
  • uitstelling van de ontknoping  
  • plotwendingen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Springen tussen verhaallijnen
Op een spannend moment springt de schrijver over naar het perspectief of de verhaallijn van een ander personage. 

Bijvoorbeeld: in soapseries of in boeken met met meerdere personages.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Afkappen van de verhaallijn
Een schrijver kan een cliffhanger gebruiken. 
Hij kapt dan op dat moment de verhaallijn af op het moment dat de spanning het grootst is. 

Bijvoorbeeld: bij de aflevering van GTST net voor de zomer. Of zoals in het filmpje bij Pretty little liars

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

In dit tweede fragment uit Pretty Little Liars is de cliffhanger een schokkende gebeurtenis of onthulling. Deze cliffhanger volgt vaak nadat het lijkt alsof alles weer goed is gekomen, en komt daarom extra hard binnen bij de kijker. 
Uitstellen ontknoping 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Uitstellen van de ontknoping
De schrijver stelt de ontknoping uit tot het allerlaatste moment. 

Bijvoorbeeld: in een detective weet je al dat er een moord gepleegd is, maar kom je er pas op het laatste achter wie de moordenaar is en waarom hij de moord heeft gepleegd.


Ook in het televisieprogramma WIe is de mol wordt dit gedaan. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Plotwendingen
Een schrijver kan je ook op het verkeerde spoor zetten; je denkt dan dat je weet hoe het verhaal afloopt of verdergaat, maar dat blijkt ineens anders te zijn. 
Bijvoorbeeld: toch iemand anders is de dader of een verhaal blijkt allemaal een droom te zijn. 

In veel tekenfilmseries ligt de plot al vast. Bijvoorbeeld in Tom & Jerry waarbij de kat Tom altijd probeert de muis Jerry te vangen, maar dit lukt nooit. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maken les 30 opdracht 1-10


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ik weet wat een plot is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

This item has no instructions