🍫 Chocolade of chips?
🌆 Wonen in de stad of wonen op het platteland?
📚 Een boek lezen of een film kijken?
✈️ Op vakantie met vrienden of met familie?
🐶 Een hond of een kat als huisdier?
Kies één van de twee opties en leg uit waarom. Gebruik zinnen zoals:
– Ik kies voor ... omdat ...
– Ik vind ... leuker, want ...