4.3 - De was doen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Regels van orde
1e keer:  Waarschuwing
2e keer: Overschrijven basisstof-intro van vandaag (1 à 2 blz.) 
3e keer: Overschrijven ALLE intro's van het thema (10 à 20 blz.)
4e keer: Eruit, naar meneer Wiesman of Brauns

Nooit!
Geluid uit telefoons
Oordopjes in
Eten/drinken
Gooien
  
 

Slide 2 - Slide

4.3 De was doen

Slide 3 - Slide

leerdoelen
  • Je kent de drie groepen vezels waar kleding van wordt gemaakt.
  • Je kunt een samenstellingsetiket lezen.
  • Je weet wat de behandelingssymbolen op een onderhoudsetiket betekenen.
  • Je weet hoe je moet wassen en drogen.

Slide 4 - Slide

grondstof van kleding
  • De grondstoffen van kleding bestaan uit vezels. Vezels zijn onderdelen van stoffen. 
  • Door vezels in elkaar te draaien, ontstaan draden. 
  • Deze draden kunnen tot stoffen worden geweven of gebreid. De meeste stoffen worden zo geproduceerd.

Slide 5 - Slide

Natuurlijk= katoen, wol, linnen, zijde

Synthetische vezels worden gemaakt uit aardolie of steenkool, bijvoorbeeld nylon en polyester. 

mengvezel=goedkoop

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Samenstellingsetiket en onderhoudsetiket
samenstellingsetiket= geeft aan van welke vezelsoort(en) een kledingstuk is gemaakt

onderhoudsetiket= hierop staan behandelingssymbolen voor het wassen, strijken en drogen van een kledingstuk

behandelingssymbolen= symbolen waaraan je herkent waarmee je rekening moet houden bij het onderhouden van je kleding

Slide 8 - Slide

behandelingsetiket
Hoe was je het kledingstuk
Samenstellingsetiket
Waar is de stof van gemaakt

Slide 9 - Slide

behandelingssymbolen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Was doen
sorteren= kleding scheiden op basis van vezelsoort, kleur, maximale temperatuur en de hoeveelheid vuil

Kledingstukken van zijde kun je beter met de hand wassen, omdat zijde kwetsbaar is. Sommige wollen kledingstukken kun je met de hand wassen, maar soms mogen ze ook in de wasmachine. Of iets wel of niet in de wasmachine mag, zie je op het onderhoudsetiket.

Met de kleur kun je rekening houden door witte was te scheiden van gekleurde was.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Wasmiddelen
wasaanwijzingen
beschrijving hoe het wasmiddel gebruikt moet worden

wasprogramma's
programma’s van een wasmachine waarbij de temperatuur en tijd automatisch zijn ingesteld

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Milieubewust wassen en drogen
Als je bij het wassen rekening wilt houden met het milieu, kun je een ecologisch wasmiddel gebuiken en gebruik niet meer wasmiddel dan noodzakelijk is. Op de verpakking van het wasmiddel kun je lezen hoeveel je nodig hebt.

Als de was niet zo vuil is, hoef je geen voorwasprogramma te draaien. Zo bespaar je water en energie. 

 Als er te weinig wasgoed in de wasmachine zit, verspil je energie.

Slide 18 - Slide

zachter/ duurder
Wol en zijde zijn helemaal niet geschikt voor een droogtrommel. Kijk altijd op het onderhoudsetiket om te controleren of iets in de droogtrommel mag.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

leerdoelen
  • Je kent de drie groepen vezels waar kleding van wordt gemaakt.
  • Je kunt een samenstellingsetiket lezen.
  • Je weet wat de behandelingssymbolen op een onderhoudsetiket betekenen.
  • Je weet hoe je moet wassen en drogen.

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
fluisterend overleggen

Open je boek op blz:
Kader 226 / Basis 206

Lees en maak opgaven:
Kader 1 t/m 8 (behalve 6)                          Basis 1 t/m 9 (behalve 4)
timer
15:00
Muziekje erbij?

Slide 22 - Slide

4.3
KGT= 4.3 opdr 1 tm 8 (,6,7 overslaan)

BB = 4.3 opdr 1 tm 9 

Slide 23 - Slide