Temperatuur Quiz

De temperatuur Quiz
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NW&TBasisschoolGroep 6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De temperatuur Quiz

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Wat is een ander woord voor viscositeit?
A
honing
B
nat
C
stroperigheid
D
temperatuur

Slide 3 - Quiz

Hoe komt het dat je het verschil tussen koud en warm water kunt horen?
A
Koud water is harder
B
Koud water is stroperiger
C
Warm water is stroperiger
D
Koud water is zachter

Slide 4 - Quiz

Koud en warm tegelijk 
(relatief)
Met je handen kun je niet dé temperatuur voelen, maar alleen temperatuurverschillen. Als je met je linkerhand van koud naar lauw water gaat, dan voelt het lauwe water warm aan. Als je met je rechterhand van warm naar lauw water gaat, dan voelt het lauwe water koud aan. Je voelt dus telkens het verschil tussen de eerste en tweede temperatuur en daarom voelt het lauwe water met je linkerhand anders dan met je rechterhand.

Slide 5 - Slide

absoluut
relatief

Slide 6 - Slide

Noem een voorbeeld van absolute temperatuur

Slide 7 - Open question

Noem een voorbeeld van relatieve temperatuur

Slide 8 - Open question

Water bestaat uit watermoleculen. Als de watermoleculen veranderen, dan verandert ook de vorm van het water. Zo kan water vloeibaar, als waterdamp en als ijs bestaan

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Uit welke deeltjes bestaat water
A
waterstof
B
zuurstof
C
watermoleculen

Slide 11 - Quiz

Wat doen watermoleculen als het water kookt?
A
ze dansen op een kluitje
B
ze laten elkaar los en zweven vrij
C
ze houden elkaar stevig vast

Slide 12 - Quiz

Bij welke proef hebben we watermoleculen zien bewegen?

Slide 13 - Open question

Bij hoeveel graden Celsius kookt water?
A
75 graden celcius
B
100 graden celcius
C
125 graden celcius

Slide 14 - Quiz

Is 100 graden Celsius een absolute of een relatieve temperatuur?
A
absoluut
B
relatief

Slide 15 - Quiz

Hoe wordt waterdamp ook wel genoemd?
A
stoom
B
condens
C
dauw

Slide 16 - Quiz

Wat doen watermoleculen als ijskristal?
A
ze dansen op een kluitje
B
ze laten elkaar los en zweven vrij
C
ze houden elkaar stevig vast

Slide 17 - Quiz

In welk patroon houden watermoleculen elkaar als ijskristal vast?
A
Vierkant
B
Vijfhoek
C
Zeshoek

Slide 18 - Quiz

Bij hoeveel graden Celsius bevriest water?
A
0 graden celcius
B
5 graden celcius
C
10 graden celcius

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide