DP2 maandag 16 september

DP2 maandag 16 september
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

DP2 maandag 16 september

Slide 1 - Slide

Inhoud
Werkwoorden
Quiz
Sollicitatiebrief

Slide 2 - Slide

Vervoegen tegenwoordige tijd
                                       Zijn, hebben, dromen, slapen 
ik
jij
hij/zij
wij, jullie, zij

Slide 3 - Slide

Ik sta op
Wat is de PERFECTUM?
A
Ik opgestaan
B
Ik opgesta
C
Ik ben opgestaan
D
Ik ben opgesta

Slide 4 - Quiz

Ik ontbijt
Wat is de PERFECTUM?
A
Ik ben ontbeten
B
Ik heb ontbeten
C
Ik heb geontbeten
D
Ik ontbijt

Slide 5 - Quiz

Ik doe mijn kleren aan
Wat is de PERFECTUM?
A
Ik ben mijn kleren aangedaan
B
Ik heb mijn kleren aangedaan.

Slide 6 - Quiz

Ik ga naar school.
Wat is de PERFECTUM?
A
Ik heb naar school gegaan.
B
Ik ben naar school gegaan.

Slide 7 - Quiz

Ik neem de bus naar huis.
Wat is de PERFECTUM?
A
Ik ben de bus genomen.
B
Ik heb de bus genomen.

Slide 8 - Quiz

Ik bijt
Wat is de PERFECTUM?
A
Ik heb gebeten.
B
Ik heb gebijt.

Slide 9 - Quiz

Hoe oud is de Nederlandse taal?
A
500
B
1500
C
500 v ch.
D
1500 v ch.

Slide 10 - Quiz

Veel woorden in het Nederlands komen uit een andere taal, hoe heten deze woorden?
A
Uitleenwoorden
B
Leenwoorden
C
Hergebruikte woorden
D
Steelwoorden

Slide 11 - Quiz

Taal
Wat is een ander woord voor
nonsens?
A
een mop
B
de waarheid
C
een wonder
D
de onzin

Slide 12 - Quiz

Ik ga naar de dokter, ... ik veel pijn heb.
A
want
B
dus
C
omdat

Slide 13 - Quiz

Ik heb veel pijn, ... ik ga naar de dokter.
A
want
B
dus
C
omdat

Slide 14 - Quiz

Een brief waarin je schrijft dat je die baan graag wilt hebben.
A
de sollicitatiebrief
B
de sollicitatie brief
C
de solicitatiebrief
D
de sollisitatiebrief

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Perfectum
Klare Taal

Slide 17 - Slide

sollicitatiebrief

Slide 18 - Mind map

Brief schrijven

Slide 19 - Slide

zoek een vacature

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Interview en schrijf
Vraag je buurman/buurvrouw wat hij/zij later wil worden.
Schrijf hier een stukje over, minstens 60 woorden.

Slide 22 - Slide

vragen over toekomst

Slide 23 - Mind map