Mens en zorg hoofdstuk 1

Mens en zorg.
Werk in de zorg.

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Mens en zorg.
Werk in de zorg.

Slide 1 - Slide

Doelen:
De leerling kan online inloggen in de methode.
De leerling weet welke beroepen er zijn binnen zorg en welzijn.
De leerling weet welke verschillende zorgorganisaties er zijn.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Opdracht:
Maak opdracht 1.01 (blz. 20).

Slide 4 - Slide

Doelgroep:
Doelgroep: groep mensen met dezelfde hulpvraag waarop de zorg/ondersteuning is gericht.
Binnen doelgroepen kiezen voor een afdeling. 

Slide 5 - Slide

De zorg:
Eerstelijnszorg: zorg waarbij je geen verwijzing nodig hebt. 
Tweedelijnszorg: verwijzing nodig.
Zorgvraag: vraag om hulp of zorg.

Slide 6 - Slide

De zorg:
Intramurale zorg: zorg binnen een instelling. 
Extramurale zorg: zorg buiten de muren van een instelling. Mensen wonen zelfstandig en ontvangen zorg thuis.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Zorginstellingen:
Thuiszorg.
Verpleeg-/verzorgingshuis.
Zorginstelling voor mensen met een beperking (lichamelijk, geestelijk of zintuigelijk).
Zorginstelling psychiatrische stoornis.

Slide 9 - Slide

Thuiszorg:
Persoonlijke verzorging of verpleging thuis.
Persoonlijke verzorging: wassen, uitkleden, tanden poetsen.
Verpleging: Injectie geven, verzorgen van een wond.

Slide 10 - Slide

Zorginstelling:
Zorgwoning: appartement huren en lichte zorg krijgen.
Verpleeghuis: 24 uur zorg.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Zorginstelling:
Zorginstelling  voor mensen met een beperking=gehandicaptenzorg.
Verstandelijke beperking.
Motorische beperking.
Zintuigelijke beperking.

Slide 13 - Slide

Zorginstelling:
Zorginstelling  voor mensen met een psychiatrische stoornis=geestelijke gezondheidszorg.
Depressie: je somber en nergens zin in hebben.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Opdracht:
Lezen blz. 21 t/m 32.
Maken opdracht 1.02 alleen a, 1.03, 1.04, 1.05, 1.07, 1.13 (blz. 22 t/m 34).

Slide 16 - Slide

Thuiszorg is voor:
A
oudere
B
mensen die herstellen van een ongeluk
C
gezinnen met een gehandicapt kind
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quiz

wat is het verschil tussen een verpleeghuis en een verzorgingshuis?
A
bij een verpleeghuis wonen met een intensieve zorgvraag
B
in het verzorgingshuis is de zorg intensiever

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een psychiatrische stoornis?
A
slechtziend
B
depressie
C
dyslexie
D
syndroom van Down

Slide 19 - Quiz

Wie regelen de thuiszorg?
A
Gemeente
B
Huisarts
C
Thuiszorg zelf
D
Familie

Slide 20 - Quiz

Wie werken er in de thuiszorg
A
helpende, verzorgende, verpleegkundigen en kraamverzorgsters
B
huisarts, tandarts
C
ziekenverzorgsters en kraamzorg
D
alleen verzorgenden

Slide 21 - Quiz

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 22 - Slide