BijbelQuiz

1 / 32
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1. Uit welke plaats kwam Abraham?
A
Jericho
B
Ur
C
Kana
D
Woestijn van Berseba

Slide 2 - Quiz

2. Jacob was de broer van...
A
Isaac
B
Abraham
C
Benjamin
D
Ezau

Slide 3 - Quiz

3. In welke plaats zat Bartimeüs bij de poort te bedelen?
A
Betsaïda
B
Jericho
C
Kapernaüm
D
Jeruzalem

Slide 4 - Quiz

4. Hoe reageren de Emmaüsgangers als ze ontdekken dat ze Jezus ontmoet hebben?
A
Ze keren terug naar Jeruzalem
B
Ze blijven in Emmaüs
C
Ze danken God in de tempel
D
Ze voegen zich bij Hem

Slide 5 - Quiz


5. Jezus genas de schoonmoeder van Petrus. Wat mankeerde haar?
A
Verlamming
B
Koorts
C
Blind aan één oog
D
Doof

Slide 6 - Quiz


6. Wie was de vader van Rebekka?
A
Laban
B
Nahor
C
Betuël
D
Haran

Slide 7 - Quiz


7. In welke plaats veranderde Jezus water in wijn?
A
Kapernaüm
B
Kana
C
Nazareth
D
Betanië

Slide 8 - Quiz


8. Wie is de oudste mens van wie de leeftijd in de Bijbel wordt vermeld?
A
Abraham
B
Seth
C
Elia
D
Methusalem

Slide 9 - Quiz

9. Met hoeveel man gaat Gideon uiteindelijk de strijd aan met de Midianieten?
A
32000
B
16000
C
3200
D
300

Slide 10 - Quiz


10. Wat was de dagelijkse kost van Johannes de Doper?
A
Sprinkhanen met honing
B
Manna met kwakkels
C
Linzensoep
D
Ongezuurd brood

Slide 11 - Quiz


11. Aan wie schreef Lucas het boek 'Handelingen van de apostelen'?
A
Aan zijn vriend Jonathan
B
Aan de gemeente te Rome
C
Aan zijn leerling Timotheus
D
Aan zijn vriend Teofilus

Slide 12 - Quiz


12. Paulus had één groot voordeel in zijn aanvaringen met de overheid:
A
Hij had een Romeins paspoort
B
Hij was een groot Grieks filosoof
C
Hij kende de Romeinse wetten als geen ander
D
Hij was vrienden met Pilatus

Slide 13 - Quiz


13. Wat zijn de allerlaatste woorden van de Bijbel?
A
Amen, zo zal het gebeuren.
B
De genade van onze Heer Jezus zij met u allen
C
God zij gedankt en geloofd
D
Wordt vervolgd

Slide 14 - Quiz


14. Door wie wordt Mozes opgevolgd als hij sterft?
A
Kaleb
B
Aäron
C
Samuël
D
Jozua

Slide 15 - Quiz


15. Ter ere waarvan werd het Poeriemfeest ingesteld?
A
Herinwijding van de tempel
B
Dat het volk bevrijd werd uit Egypte
C
Dat Esther haar volk redde
D
Dat Mozes de Thora kreeg op de berg Sinaï

Slide 16 - Quiz


16. Wie hielp Jezus met het dragen van het kruis?
A
Johannes
B
Jozef van Arimathea
C
Petrus
D
Simon van Cyrene

Slide 17 - Quiz


17. Wie is geen schrijver van een Evangelie?
A
Marcus
B
Lucas
C
Johannes
D
Paulus

Slide 18 - Quiz


18. Wat betekent Immanuël?
A
Ik ben die Ik ben
B
Messias
C
Ik ben de wijnstok
D
God zelf is met ons

Slide 19 - Quiz


19. Wat betekent 'Hallelujah'?
A
Hoera!
B
Eindelijk!
C
Prijst God!
D
Jezus redt!

Slide 20 - Quiz


20. Welke bomen staan er in de hof van Getsemane?
A
Cederbomen
B
Loofbomen
C
Olijfbomen
D
Slagbomen

Slide 21 - Quiz

21. Met hoeveel kilo graan kwam Ruth thuis toen ze voor de eerste keer ging rapen op het land van Boaz?
A
1 kilo
B
5 kilo
C
10 kilo
D
30 kilo

Slide 22 - Quiz

22. In twee Bijbelboeken wordt het woord 'God' niet genoemd. Welke zijn dat?
A
Ester en Hooglied
B
Ester en Spreuken
C
Spreuken en Hooglied
D
Job en Numeri

Slide 23 - Quiz

23. Hoeveel mensen zaten er in de ark van Noach?
A
5
B
10
C
6
D
8

Slide 24 - Quiz

24. Abraham was getrouwd met Sara en Hagar. Hij had nóg een vrouw. Hoe heette zij?
A
Mirjam
B
Ketura
C
Atalja
D
Sedekia

Slide 25 - Quiz

25. Jezus genas een man bij Betzata. Hoelang was deze man al ziek?
A
30 jaar
B
10 jaar
C
26 jaar
D
38 jaar

Slide 26 - Quiz

26. Paulus en Barnabas krijgen ruzie over Johannes Marcus. Van Paulus mag Marcus niet meer mee. Waarom niet?
A
Marcus had ze eerder in de steek gelaten
B
Marcus verschilde met Paulus van mening over besnijdenis
C
Marcus wilde niet zonder geld reizen
D
Marcus betwistte het leiderschap van Paulus

Slide 27 - Quiz

27. Rechter Samgar doodde zeshonderd Filistijnen. Wat gebruikte hij daarvoor?
A
Ezelskaak
B
Stierenstaart
C
Houten stok
D
Vuurkeien

Slide 28 - Quiz

28. Wat vieren Joden tijdens het Loofhuttenfeest?
A
Ontvangen van de Thora op de berg Sinaï
B
Herinnering aan veertig jaar zwerven door de woestijn
C
Dankbaarheid voor de oogst
D
Wisseling van de seizoenen

Slide 29 - Quiz

29. Het wemelt van de dieren in de Nieuwe Bijbelvertaling. Welke soort komt niet voor?
A
Tijger
B
Zeekoe
C
Olifant
D
Jakhals

Slide 30 - Quiz

30. Hoe ging Maria naar Bethlehem toen ze zwanger was van Jezus?
A
Ze liep zelf
B
Ze zat op een ezel
C
Ze reed 'op een dier'
D
Dat is onbekend

Slide 31 - Quiz

31. Wat is volgens de Bijbel de naam van de engel die de geboorte van Jezus aankondigt bij Maria?
A
Michaël
B
Rafaël
C
Gabriël
D
Er wordt geen naam genoemd

Slide 32 - Quiz