perfecto - indefinido - imperfecto
Perfecto: Het tijdvak waarin iets gebeurde is nog gaande (vanochtend, vanmiddag, vanavond, vandaag, deze week, deze maand, enz.)
indefinido: Het tijdvak waarin iets gebeurde is afgesloten (gister, vorige week, enz.)
imperfecto: onduidelijk wanneer iets gebeurde in het verleden (vroeger, in mijn jeugd, enz.)