Examenvoorbereiding biologie

Examenvoorbereiding biologie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examenvoorbereiding biologie

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 

- We bespreken verschillende soorten examenvragen
- We beantwoorden een aantal examenvragen
- We kijken naar de beoordeling van de vragen

Slide 2 - Slide

2017 vraag 1
Nijlpaarden zijn grote zoogdieren die in Afrika leven. Overdag zijn ze
vooral in het water te vinden. ’s Nachts komen ze het land op om te
grazen. Eén nijlpaard kan wel 60 kilogram gras per nacht eten. Het
darmkanaal van nijlpaarden is erg lang.
Als je planteneters vergelijkt met vleeseters die even groot zijn, blijkt dat
het darmkanaal van planteneters altijd langer is.

Leg uit waarvoor het darmkanaal van planteneters veel langer is dan
dat van even grote vleeseters.

Slide 3 - Slide

2017 vraag 2
Nijlpaarden hebben veel ontlasting. Een groot deel van deze ontlasting
komt in het water terecht en wordt daar afgebroken. Daarbij ontstaan
voedingszouten die gebruikt worden door organismen die aan het begin
van de voedselketens in het water staan.
Organismen worden ingedeeld in consumenten, producenten en
reducenten. 

 Kruis in de tabel aan tot welke groep de organismen behoren die de
ontlasting van nijlpaarden afbreken. Kruis ook aan tot welke groep de
organismen behoren die aan het begin van voedselketens staan.

                                                                                                                           Consumenten       Producenten                  Reducenten
Organismen die ontlasting afbreken
Organismen die aan het begin van de voedselketen staan




Slide 4 - Slide

Als een bloedvat beschadigd is, laten bloeddeeltjes het bloed stollen om
bloedverlies tegen te gaan.
Welke bloeddeeltjes zijn dit?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen

Slide 5 - Quiz

Een bloedstolsel uit een beenader komt met het bloed in de longen
terecht en veroorzaakt daar een verstopping van een bloedvat.
Op de weg vanuit de beenader naar de longen is het bloedstolsel door het
hart gekomen.
Door welke delen van het hart is dit stolsel gekomen?
A
eerst door de linkerboezem, dan door de linkerkamer
B
eerst door de linkerkamer, dan door de linkerboezem
C
eerst door de rechterboezem, dan door de rechterkamer
D
eerst door de rechterkamer, dan door de rechterboezem

Slide 6 - Quiz

Het braakcentrum stuurt impulsen naar spieren in de maagwand waardoor
deze spieren zich samentrekken. Hierdoor ga je overgeven.
Welk type zenuwcellen geeft impulsen af aan de spieren in de
maagwand?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen

Slide 7 - Quiz

Tijdens een rit in een achtbaan komt er meer adrenaline in het bloed.
Waar wordt dit hormoon gemaakt?
A
in de alvleesklier
B
in de bijnieren
C
in de hypofyse
D
in de schildklier

Slide 8 - Quiz

Anthocyaan is een paarse kleurstof die voorkomt in bloemen van veel
planten, bijvoorbeeld van de grote leeuwenbek. De kleurstof bevindt zich
in de vacuole van bloemcellen.
1p 9 In de afbeelding zie je een cel uit een paarse bloem van een grote
leeuwenbek.

Welke letter geeft een plaats aan waar zich anthocyaan bevindt?
Anthocyaan is een paarse kleurstof die voorkomt in bloemen van veel
planten, bijvoorbeeld van de grote leeuwenbek. De kleurstof bevindt zich
in de vacuole van bloemcellen.
1p 9 In de afbeelding zie je een cel uit een paarse bloem van een grote
leeuwenbek.

Welke letter geeft een plaats aan waar zich anthocyaan bevindt?

A
letter Q
B
letter R
C
letter S
D
letter T

Slide 9 - Quiz

Frederike heeft op 20 juni de eerste dag van haar menstruatie. Ze heeft
een regelmatige menstruatiecyclus van 28 dagen. Op 9 juli gaat ze twee
weken op vakantie.
Als haar cyclus regelmatig blijft, wanneer kan Frederike dan haar
volgende menstruatie verwachten?
A
vóór haar vakantie
B
in de eerste week van haar vakantie
C
in de tweede week van haar vakantie
D
na haar vakantie

Slide 10 - Quiz

2018 vraag 3
Een hartkamer van kunststof
Wetenschappers hebben een hartkamer nagebouwd van kunststof. Een computer kan deze hartkamer pompbewegingen laten maken. De wetenschappers onderzoeken of deze hartkamer van kunststof ingebouwd kan worden bij mensen met hartproblemen. De hartkamer van kunststof neemt in zo’n geval de functie van de linkerkamer over.

De hartkamer van kunststof moet, net als de echte linkerkamer, bloed kunnen opvangen uit een ander deel van het hart en dit bloed vervolgens een bloedvat in pompen.

Uit welk deel van het hart moet de hartkamer van kunststof bloed opvangen? En in welk bloedvat moet de hartkamer van kunststof dit bloed daarna pompen?
Schrijf je antwoord zo op:
deel van het hart: ..................................................................
naam van het bloedvat: .........................................................

Slide 11 - Slide

2018 vraag 4
 Om de functie van de linkerkamer goed over te kunnen nemen, moeten er
kleppen in de hartkamer van kunststof aangebracht worden.

Leg uit wat de functie van deze kleppen is. 

Slide 12 - Slide

2018 vraag 6
 Haaien halen adem met kieuwen. Water stroomt de bek in en langs de
kieuwen er weer uit (zie de afbeelding).
De letters P en Q geven twee plaatsen aan waar het water langs stroomt.
 Op welke plaats bevat het water meer koolstofdioxide, bij P of bij Q?
Leg je antwoord uit. 

Slide 13 - Slide

Haaien kunnen goed zien. Een haaienoog heeft onder andere een
hoornvlies, een ooglens en een netvlies met staafjes en kegeltjes. Uit de
bouw van zo’n oog leiden biologen af dat haaien kleuren kunnen zien.
Uit welke eigenschap van een haaienoog leiden ze dit af?
A
uit de aanwezigheid van een hoornvlies
B
uit de aanwezigheid van een ooglens
C
uit de aanwezigheid van kegeltjes in het netvlies
D
uit de aanwezigheid van staafjes in het netvlies

Slide 14 - Quiz

Er zijn haaiensoorten die altijd agressief gedrag vertonen als ze bloed in
het water waarnemen.
Wat is bloed voor deze haaien op dat moment?
A
een inwendige prikkel
B
een respons
C
een sleutelprikkel
D
een supranormale prikkel

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

De kraai heeft geleerd een noot op het zebrapad te laten vallen om hem
door een auto te laten kraken.
Hoe heet dit leergedrag?
A
gewenning
B
inprenting
C
trial-and-error

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

2017 vraag 1
 maximumscore 1
Uit de uitleg moet blijken dat plantaardig voedsel moeilijk(er) verteerbaar is
(dan dierlijk voedsel).

Slide 20 - Slide

2017 vraag 2
maximumscore 2
de juist ingevulde tabel:
                                                                              consumenten         producenten                  reducenten
organismen die ontlasting
afbreken                                                                                                                                                       X
organismen die aan het
begin van voedselketens
staan                                                                                                                   X

per juist ingevulde (horizontale) regel 1

Slide 21 - Slide

2018 vraag 3
 maximumscore 2

 
• (deel van het hart:) linkerboezem
• (naam van het bloedvat:) aorta

Slide 22 - Slide

2018 vraag 4
 maximumscore 1

Uit de uitleg moet blijken dat kleppen (in de hartkamer) het terugstromen
van bloed tegengaan.

Slide 23 - Slide

2018 vraag 6
Maximumscore 1
(bij) Q, met een uitleg waaruit blijkt dat de kieuwen koolstofdioxide afgeven
(aan het water)

Slide 24 - Slide