rekentaal 3

M02 rekenen 18-03
  • rekentaal
  • zelfstandig werken
1 / 30
next
Slide 1: Slide
RekenenISK

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

M02 rekenen 18-03
  • rekentaal
  • zelfstandig werken

Slide 1 - Slide

Andere woorden voor plus
  • erbij 
  • samen
  • en
  • dubbel
  • meer
  • opgeteld
  • bij elkaar 
  • in totaal

Slide 2 - Slide

Andere woorden voor min
  • eraf
  • minder
  • verschil
  • weg
  • van elkaar af


Slide 3 - Slide

X
  • Keer
  • vermenigvuldigen
  • product 

Slide 4 - Slide

:
  • Delen
  • delen door
  • gedeeld door
  • deelsom

Slide 5 - Slide

de SOM van 9 en 3
A
3
B
6
C
12
D
27

Slide 6 - Quiz

het VERSCHIL van 9 en 3
A
3
B
6
C
12
D
27

Slide 7 - Quiz

het verschil van 84 en 67 is 17
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

de som van 66 en 6 is 11
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

wat is de som van 50 en 27 ?
(in cijfers)

Slide 10 - Open question

ik trek 11 af van 66

Slide 11 - Open question

ik heb er 10 en haal er 7 af

Slide 12 - Open question

ik heb er 14 en doe er 5 bij

Slide 13 - Open question

ik neem 12 en 24 samen

Slide 14 - Open question

hoeveel is 25 en 6 in totaal

Slide 15 - Open question

ik vermenigvuldig 8 met 6

Slide 16 - Open question

ik deel 10 door 5

Slide 17 - Open question

achtendertig ........... tien is achtenveertig
A
plus
B
min
C
keer
D
gedeeld door

Slide 18 - Quiz

negen .......... zes is drie
A
plus
B
min
C
keer
D
gedeeld door

Slide 19 - Quiz

twintig ....... twee is veertig
A
plus
B
min
C
keer
D
gedeeld door

Slide 20 - Quiz

tien ......... vijf is twee
A
plus
B
min
C
keer
D
gedeeld door

Slide 21 - Quiz

acht ........ vier is twee
A
plus
B
min
C
keer
D
gedeeld door

Slide 22 - Quiz

twee ....... drie is zes
A
plus
B
min
C
keer
D
gedeeld door

Slide 23 - Quiz

vier ...... vier is zestien

Slide 24 - Open question

zestien .... zes is tien

Slide 25 - Open question

Wat is een ander woord voor plus?
+

Slide 26 - Open question

Hoe heet dit?
X

Slide 27 - Open question

Wat is een ander woord voor min?
-

Slide 28 - Open question

Hoe heet dit?
:

Slide 29 - Open question

(bijna) klaar met LessonUp!
Verder met je boek .
  • Je mag zachtjes overleggen met je buurman.

Slide 30 - Slide