4.2 en 4.3

4.2 De rechten van burgers in Nederland
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 De rechten van burgers in Nederland

Slide 1 - Slide

planning 
- 4.2 
- 4.3 
- quiz vragen.
- zelf aan de slag 

Slide 2 - Slide

4.2 De rechten van burgers in Nederland.
- Iedereen heeft grondrechten. 
- Klassieke grondrechten 1848: 
Vrijheid van godsdienst. 
Vrijheid van onderwijs. 
Vrijheid van meningsuiting. 
Vrijheid van vereniging en vergadering. 

Slide 3 - Slide

4.2 De rechten van burgers in Nederland. 
- Sociale grondrechten. 
- 1983.
- werkgelegenheid. 
- recht op een opleiding. 
- bestaanszekerheid (bijv. uitkering).
- leefmilieu (dak boven je hoofd). 
- gezondheidszorg.
- rechtsbijstand (recht op advocaat). 
Artikel 1: Gelijke behandeling en discriminatieverbod. 

Slide 4 - Slide

4.3 De bescherming van de rechten van burgers in Nederland.
Nederland is een rechtstaat.
Scheiding der machten (trias politica).
- wetgevende macht. 
- uitvoerende macht. 
- rechterlijke macht. 

Slide 5 - Slide

4.3 De bescherming van de rechten van burgers in Nederland.
kenmerken rechtstaat: 
- Iedereen voor de wet gelijk. 
- Rechters zijn onafhankelijk. 
- Niet zomaar opgepakt kunnen worden. 
- Iedereen houdt zich aan de wet. 
Ook overheid en rechters.
Waar geldt dit niet? 

Slide 6 - Slide

Wie vormen de regering?
A
Parlement en staatshoofd.
B
Kabinet en staatshoofd.
C
Kabinet en parlement.
D
Eerste en Tweede kamer.

Slide 7 - Quiz

Wie heeft het recht op amendement?
A
ministers.
B
Eerste Kamer.
C
Tweede Kamer.
D
Staatshoofd.

Slide 8 - Quiz

Wie zit hier?
A
Eerste Kamer.
B
Tweede Kamer.
C
Regering.
D
Staatshoofd.

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis van het recht van initiatief?
A
Wetvoorstellen wijzigen.
B
Uitgaven van ministers controleren.
C
Wetvoorstellen maken.
D
Een ministerie onderzoeken.

Slide 10 - Quiz

Bestaanszekerheid is een ........
A
Sociaal grondrecht.
B
Klassiek grondrecht.

Slide 11 - Quiz

onder welke macht van de trias politica valt het parlement?
A
Wetgevende macht.
B
Uitvoerende macht.
C
Rechterlijke macht.

Slide 12 - Quiz