H4/V4 - 10-06-2024 - leesvaardigheid

H4/V4 ~ français ~ lundi le 10 juin
1 / 11
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4/V4 ~ français ~ lundi le 10 juin

Slide 1 - Slide

Examenteksten oefenen
Gezamenlijk examenteksten oefenen

  • 3 hoofdpunten (vraag, tekst, antwoord)
  • stappenplan vraagtype
  • woordenboek gebruik





Slide 2 - Slide

De 3 hoofdpunten
Denk bij ELKE opdracht:

Punt 1: DE VRAAG:
a) Had je door welke vraag het was?
b) Welke strategie heb je daarvoor geleerd?
c) Heb je die goed toegepast?





Slide 3 - Slide

De 3 hoofdpunten
Denk bij ELKE opdracht:

Punt 2: DE TEKST
a) Waren er signaalwoorden?
b) Wat vertelden je die?
c) Heb je er goed mee geredeneerd?






Slide 4 - Slide

De 3 hoofdpunten
Denk bij ELKE opdracht:

Punt 3: HET ANTWOORD
a) Heb je een antwoord gekozen waarvan je bijna zeker
kon weten dat het fout was?
b) Hoe zie je dat?







Slide 5 - Slide

Stappenplan ABCD-vraag
1. Titel, plaatje, intro --> Grote Lijn
2. Lees de vraag + markeer de alinea
(Kijk of er nuttige info IN de vraag staat)
3. Lees de tekst, markeer de signaalwoorden en :
4. Onzinantwoorden eruit!!
5. Hoe vaak komt het antwoord voor? Kloppen ALLE elementen? Past het in de Grote Lijn?







Slide 6 - Slide

Zit er een onzinantwoord tussen?



Slide 7 - Slide

Stappenplan Beweringsvraag
Herkennen: de antwoorden zijn genummerd!
1. Lees de antwoorden + streep je zoekterm aan
- Namen,  plaatsen
- Alles wat je in een cijfer kunt uitdrukken
- 'Internationale' woorden
- Of... iets dat jij herkent
2. Bij signaalwoorden staan vaak de antwoorden!
3. Lukt het niet?--> Check woorden die antwoorden fout maken + Past het in de Grote Lijn?

Slide 8 - Slide

Stappenplan Open Vragen
Besteed tijd aan het lezen van de vraag!
1. Leer ik nog iets nuttigs over de inhoud van de tekst?
2. Wat willen ze weten? (welke vraag --> functie signaalwoord)
- Waarom? --> reden/doel
- Noem 2/3 (de andere)? --> opsomming
- Tegenspreken, kritiek? --> tegenstelling
- Verandering? --> tijd/tegenstelling
- Tijdsaanduiding? --> tijd
3. Hoe moet ik het precies opschrijven?

Slide 9 - Slide

Stappenplan Gatenvraag op signaalwoord
De vraag is: hoe verhoudt zich deze zin/alinea tot de vorige?
1. Staat het antwoord voor 'voorbeeld' erbij?
2. Is het een tegenstelling? (check positief/negatief)
3. Heb je nog geen antwoord? -->
- Vertaal de zinnetjes (een beetje)
- Zet elk signaalwoord ertussen
- Klinkt het logisch?

Slide 10 - Slide

Stappenplan Echte gatenvragen
1. Lees tot het gat + 1 zin
2. Signaalwoorden: dus... (reden voor gat)
 maar .. (tegengestelde van gat)
bijv.... (voorbeeld voor gat)
... (na dubbele punt staat inhoud van gat)
Verwijswoorden: Dit is.. (dan staat in de zin ervoor wat dit is)
3. Positief/negatief
4. GOKKEN op de Grote Lijn

Slide 11 - Slide