oefenen voor de toets

Oefenen voor de toets


Ipad aan en inloggen met je eigen naam!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oefenen voor de toets


Ipad aan en inloggen met je eigen naam!

Slide 1 - Slide

Dit citaat is goed gemaakt:
De man zegt: "Wat is daar nou gebeurd"?
A
onjuist
B
juist

Slide 2 - Quiz

Welke leestekens gebruik je bij een citaat?
A
Uitroeptekens
B
Dubbele punt en aanhalingstekens

Slide 3 - Quiz

Het goede citaat is....
A
Hans riep: 'Ga naar boven.'
B
Hans riep ga naar boven
C
Hans riep: 'ga naar boven!'
D
Hans riep: 'Ga naar boven!'

Slide 4 - Quiz

Welk citaat is correct geschreven?
A
Zij zei: 'Nee!'
B
zij zei: nee!
C
Zij zei: Nee!
D
'Zij zei: nee!'

Slide 5 - Quiz

Maak van onderstaande zin een citaat.
Wonka zei dat hij graag chocolade wil maken.

Slide 6 - Open question

Wat is de pv?
Kevin heeft een boek geleend.
A
heeft
B
geleend

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de pv's?
Kevin heeft een boek geleend en hij heeft zijn boete betaald aan de bibliotheek.
A
heeft/ betaald
B
Kevin/ heeft
C
heeft/ heeft
D
Kevin/ hij

Slide 8 - Quiz

Wat zijn de onderwerpen?
Kevin heeft een boek geleend en hij heeft zijn boete betaald aan de bibliotheek.
A
boek/ geleend
B
Kevin /hij
C
Kevin/ bibliotheek

Slide 9 - Quiz

Haal de persoonsvormen en onderwerpen uit de zin.
Wonka danst in de straat en de politie probeert hem te arresteren.

Slide 10 - Open question

Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin

Slide 11 - Quiz

Wat is geen voltooid deelwoord?
A
Gelopen
B
Verzorgd
C
Gewerkt
D
Worden

Slide 12 - Quiz

Sjaan (verhuizen) vandaag naar een villa met een zwembad.
A
verhuizt
B
verhuizd
C
verhuisd
D
verhuist

Slide 13 - Quiz

Sjaan is (verhuizen) naar een villa met een zwembad.
A
verhuizt
B
verhuizd
C
verhuisd
D
verhuist

Slide 14 - Quiz

Wat is geen lw?
A
Die
B
Het
C
Een
D
De

Slide 15 - Quiz

wat is geen znw?
A
september
B
Sam
C
Leiden
D
winkelen

Slide 16 - Quiz

De ... (stelen) batterijen.

Wat is de juiste vorm van het bvn?
A
Gesteelde
B
Gestoolde
C
Gestolende
D
Gestolen

Slide 17 - Quiz

De ... (verbreden) snelweg.

Wat is de juiste vorm van het bvn?
A
Verbrede
B
Verbreden
C
Verbreede
D
Verbreedde

Slide 18 - Quiz

zon + bril
A
zonnenbral
B
zonnenbril
C
zonbril
D
zonnebril

Slide 19 - Quiz

beveiliging + code
A
beveiligingscode
B
beveiligingcode
C
beveiligcode

Slide 20 - Quiz

beveiliging + systeem
A
beveiligingsysteem
B
beveiligingssysteem
C
beveiligingszysteem

Slide 21 - Quiz

Pim schommelt op de speel plaats.
A
goed
B
fout

Slide 22 - Quiz

Pim zit op een rode stoel.
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz