Ga je sparen of beleggen?

Ga je sparen of beleggen?
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ga je sparen of beleggen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je de redenen voor sparen uitleggen
  • Aan het einde van de les kun je enkelvoudige en samengestelde rente berekenen
  • Aan het einde van de les kun je de gevolgen van inflatie voor je spaargeld uitleggen
  • Aan het einde van de les kun je de kenmerken van beleggen beschrijven

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over sparen en beleggen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Spaarmotieven
  • Verschillende redenen om te sparen
  • Voorbeelden: voor een specifiek doel, als noodfonds, voor pensioen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige en samengestelde rente
  • Enkelvoudige rente: rente over het oorspronkelijke bedrag
  • Samengestelde rente: rente over het oorspronkelijke bedrag plus reeds verdiende rente

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen van inflatie op spaargeld
  • Inflatie: stijging algemene prijs van goederen en diensten
  • Invloed op koopkracht van spaargeld
  • Voorbeeld: spaargeld verliest waarde door inflatie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken van beleggen
  • Beleggen: uitgeven van geld met verwachting van meer geld in toekomst
  • Risico en rendement
  • Diversificatie
  • Voorbeelden: aandelen, obligaties, onroerend goed

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Praktische toepassingen
  • Berekenen van rente op spaarrekening
  • Analyseren van spaarpatronen tijdens de coronacrisis

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Definities
  • Enkelvoudige rente: Rente over het oorspronkelijke bedrag dat je hebt gespaard
  • Samengestelde rente: Rente over het oorspronkelijke bedrag plus de reeds verdiende rente
  • Inflatie: De mate waarin de algemene prijs van goederen en diensten stijgt
  • Beleggen: Het proces van het uitgeven van geld met de verwachting dat je in de toekomst meer geld terugkrijgt

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is inflatie?
A
De stijging van de algemene prijs van goederen en diensten.
B
De stabiliteit van de algemene prijs van goederen en diensten.
C
De verandering van de algemene prijs van goederen en diensten.
D
De daling van de algemene prijs van goederen en diensten.

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn enkele spaarmotieven?
A
Voor een specifiek doel, als beleggingsfonds, voor vakantie.
B
Voor algemeen gebruik, als noodfonds, voor pensioen.
C
Voor een specifiek doel, als noodfonds, voor pensioen.
D
Voor een specifiek doel, als noodfonds, voor investering.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen enkelvoudige en samengestelde rente?
A
Enkelvoudige rente is rente over het totale spaarbedrag, samengestelde rente is rente over het totale spaarbedrag plus reeds verdiende rente.
B
Enkelvoudige rente is rente over het oorspronkelijke bedrag, samengestelde rente is rente over het totale spaarbedrag.
C
Enkelvoudige rente is rente over het oorspronkelijke bedrag, samengestelde rente is rente over het oorspronkelijke bedrag plus reeds verdiende rente.
D
Enkelvoudige rente is rente over het totale spaarbedrag, samengestelde rente is rente over het oorspronkelijke bedrag.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.