H1.4 Plaatgrenzen en aardbevingen

H1.4 Plaatgrenzen en aardbevingen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H1.4 Plaatgrenzen en aardbevingen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • Je kan het ontstaan van een tsunami uitleggen en verklaren.
  • Je kan het ‘actualiteitsprincipe’ uitleggen en plaatsen binnen de overkoepelende geologische tijdschaal;
  • Je kan de theorie van ‘continental drift’ uitleggen en enkele bewijzen hiervoor noemen.

Slide 2 - Slide

Tsunami
Een tsunami is een extreem hoge golf uit de zee die de kuststrook onverwacht overspoelt, veelal veroorzaakt door een zeebeving, of bijvoorbeeld een golf in een fjord als gevolg van het afbreken van een deel van een berg aan de fjord. Het is een Japanse samenstelling van tsu ('haven') en nami ('golf').
Opdracht 4a t/m 4d

Slide 3 - Slide

Onstaanswijze
Snelheid neemt toe naarmate de kust wordt bereikt.

Slide 4 - Slide

Actualiteitsprincipe
Uniformitarianisme, actualisme of actualiteitsprincipe is het principe geldend binnen de geologie, dat stelt dat de aardse geschiedenis verklaard kan worden met dezelfde geologische processen als die we in het heden waarnemen. Dit betekent dat "geologische processen uniform zijn door de tijd heen", maar niet altijd met dezelfde kracht. 

Slide 5 - Slide

Breukgebergten
Breukgebergten ontstaan waar twee continentale platen uiteen drijven. Een
deel van het gebied langs de breuk komt omhoog (horst) of zakt weg (slenk).

Slide 6 - Slide

Aardbevingen

Slide 7 - Slide

Aardbeving
Een aardbeving is een trilling of schokkende beweging van de aardkorst.
Aardbevingen vinden plaats als er in de aardkorst plotseling veel energie vrijkomt. De energie plant zich dan in een golfbeweging vanuit het centrum naar de omgeving voort. Het denkbeeldige punt waar de beving ontstaat, het zwaartepunt van de energiedichtheid, heet het hypocentrum. Het punt aan het aardoppervlak daar loodrecht boven wordt het epicentrum genoemd. 
Opdracht 6a t/m 6d

Slide 8 - Slide

Meten van aardbevingen

Seismografie (het meten van trillingen)

Schaal van Richter vs Schaal van Mercalli
Kracht vs Schade

Slide 9 - Slide

Aan de slag
Maken 1.4: 1, 2, 4ab, 9

Slide 10 - Slide