This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welkom bij aardrijkskunde
Slide 1 - Slide
Voorstellen
Veel of weinig gehad op de basisschool?
Klimaten, werken met kaarten/atlas, culturen, vulkanen, orkanen, wonen in Nederland, multiculturele samenleving rivieren, ontstaan bergen, toerisme, samenvatten van teksten
Slide 2 - Slide
Wie ben ik?
vader van 2 kids
en al 13 jaar op stad & esch
Slide 3 - Slide
Regels
Basisregels van de school
geen vingers opsteken
spullen in orde
Slide 4 - Slide
Wat neem ik elke keer mee
werkboek A
schrift om aantekeningen te maken
pen, kleurpotlood
agenda voor huiswerk
Slide 5 - Slide
Wat kan ik verwachten dit jaar?
1 oefentoets
4 schriftelijke toetsen
4 praktische opdrachten
Slide 6 - Slide
Methode
de online geo
werkboek/online
atlas
Slide 7 - Slide
Hoofdstuk 1 Canada: Dichtbij en veraf
1.1 Een groot en leeg land
Slide 8 - Slide
Wat waren de moeilijke woorden?
Slide 9 - Mind map
Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
Leerdoelen
- Je weet waar in Canada de meeste en minste mensen wonen.
- Je weet wat het verschil is tussen overzichts- en thematische kaarten.
- Je weet hoe je een kaart moet aflezen door gebruik te maken van vier kaart onderdelen.
- Je weet de topografie van Canada.
Slide 10 - Slide
Hier zie je een kaart van Canada! Zoals je ziet is dit niet even groot als de werkelijkheid. Anders zouden we heel veel lokalen nodig hebben om de kaart te kunnen maken. Een kaart is dus een verkleinde weergave.
Slide 11 - Slide
2 soorten kaarten:
- Overzichtskaart
zo'n kaart vertelt veel over een gebied. Steden, rivieren en bergen bijvoorbeeld.
- Thematischekaart
zo'n kaart heeft altijd een speciaal thema. Bijvoorbeeld migratie of inkomen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Je ziet hier de titel van de kaart. De titel heeft een onderwerp en is dus een thematische kaart. Het onderwerp van deze kaart is de bevolkingsdichtheid van Canada. Deze kaart laat dus het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2) in Canada zien.
Slide 14 - Slide
Voorbeeld thematische kaart.
Slide 15 - Slide
Wat kun je op deze kaart vinden?
Slide 16 - Slide
Welke soort kaart is dit?
A
Thematische Kaart
B
Overzichtskaart
Slide 17 - Quiz
Welke soort kaart is dit?
A
Thematische Kaart
B
Overzichtskaart
Slide 18 - Quiz
Welke soort kaart is dit?
A
Overzichtskaart
B
Thematische Kaart
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Hier zie je de schaal van de kaart. Een schaal geeft aan hoeveel een gebied op een kaart is verkleind.
Schaal is alleen maar een verhouding.
Sommige mensen denken dat "schaal" iets te maken heeft met centimeters, maar dat is onjuist. Als iets op schaal getekend is, geeft de schaal de verhouding aan tussen de tekening en de werkelijkheid.
Bij een schaal van 1:100 is een centimeter op de kaart 100 cm in werkelijkheid.
Maar ook is bij een schaal van 1:100 een millimeter op de kaart 100 mm in werkelijkheid.
En bij diezelfde schaal is de lengte van een gebouw in werkelijkheid 100 keer zo groot.
Een fietskaart met een schaal van 1:50.000
Elke afstand op de kaart is in werkelijkheid 50.000 keer zo groot.
1 cm op de kaart = 50.000 cm = 500 m = 0,5 km
2 cm op de kaart = 1 km
In een kaart staat soms een noordpijl. Als er geen noordpijl staat, is de bovenkant van de kaart het noorden.
Dit is de titel van de kaart. Deze vind je vaak in de legenda van een kaart terug.
Alle symbolen en kleuren hiernaast zijn de legenda van de kaart. Dat is de uitleg van de betekenis van de kleuren en de symbolen op een kaart. In deze legenda zie je bijvoorbeeld dat een rode kleur op de kaart betekend dat het gebied een hoogteligging heeft van 3000m of meer. Dit betekend dat dat gebied dus hoger ligt dan 3000meter!!
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
Oefenen
Vanaf hier kan je extra
oefenen met paragraaf 1.
Succes!
Slide 23 - Slide
Klik op de vier kaarten om ze beter te bekijken. Zie je een thematische of een overzichtskaart? Sleep de juiste woorden naar de juiste kaart.
Overzichtskaart
Overzichtskaart
Thematische kaart
Thematische kaart
Slide 24 - Drag question
Sleep de woorden naar de juiste plek.
De schaal van een kaart is 1: 30.000.000. Dat betekent dat 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid .................................centimeter is.
Dat is ............................................kilometer.
De afstand tussen Edmonton en Ottawa is op de kaart 4 centimeter. In werkelijkheid is de afstand tussen Edmonton en Ottawa dus .....................................kilometer.
Tip:
1km = 100.000cm
Dus om
1cm:30.000.000 om te rekenen naar km moet je 30.000.000/100.000
30.000.000
1.200
300
Slide 25 - Drag question
Welke uitspraken over de kaart kloppen?
A
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het zuiden.
B
De bevolkingsspreiding is het hoogst in het zuiden.
C
De bevolkingsspreiding van Canada is gelijk verdeeld over het land.
D
De bevolkingsdichtheid is het hoogst in het noorden.
Slide 26 - Quiz
Om een kaart te begrijpen, moet je kunnen kaartlezen. Daarvoor heb je vier dingen nodig. In de overzichtskaart van Canada zie je gekleurde bolletjes staan met pijlen. Welke vier bolletjes heb je nodig om een kaart te kunnen begrijpen?
A
Lichtgroen, donkergroen, rood en oranje.
B
Lichtgroen, donkergroen, rood en zwart
C
Rood, donkergroen, blauw en oranje.
D
Paars, geel, blauw en oranje.
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Drag question
Een GOEDE kaart heeft altijd
vier verschillende onderdelen:
1- Een titel
2- Een legenda
3- De schaal
4- Een noordpijl
Slide 29 - Slide
Wat is de titel van deze kaart? (klik op de foto om groter te maken)