a) Rob is op maandag 0,4 uur aan het computeren. Op dinsdag besteedt hij 75% meer tijd aan computeren.
Hoeveel minuten zit Rob op dinsdag achter zijn computer?
b) Niels kijkt op zaterdag 3,5 uur televisie. Op zondag kijkt hij 30% korter televisie.
Hoeveel uur en hoeveel minuten kijkt Niels op zondag televisie?