Leerling A: de leerling
1. Je wilt heel graag worden uitgekozen. Schrijf in steekwoorden op wat je wilt zeggen.
2. Denk na over je lichaamstaal. Je wilt een enthousiaste en geïnteresseerde indruk achterlaten.
3. Noteer twee dingen die de medewerker je kan gaan vragen.
Leerling B: de medewerker van de kinderboerderij
1. Bedenk drie vragen om erachter te komen of de leerling geschikt is voor het werk op de kinderboerderij.
2. Denk na over de lichaamstaal die je bij de leerling wilt zien.
3. Noteer een zin waarmee je het gesprek wilt beginnen.