Les 5 Wereldsteden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Les 5 Wereldsteden

Welkom! 

Lees blz. 15, 16

Wat doen we vandaag

• Introductie
• leerdoelen
• uitleg leerdoelen
• verwerkingsopdrachten
• check up

Wat is een medina?

1. Het oude centrum van een Arabische stad
2. Het moderne centrum van een Arabische stad
3. De hoofdstad van Egypte
4. Een sloppenwijk

Welke kenmerken heeft een geplande stad? Er zijn twee antwoorden goed.

1. Er is een oud centrum.
2. Er is een modern centrum.
3. Er zijn veel brede, rechte straten.
4. Er zijn veel kleine, kronkelige wegen.

Welke vorm van verstedelijking zie je hier?

1. Medina
2. Sloppenwijk
3. Gated community
4. Geplande stad

Wat zie je hier?

1. Een gated community
2. Een kringloopwinkel
3. krottenwijk
4. Een bouwplaats

Hoe wordt een sloppenwijk in Brazilië genoemd?

1. Slum
2. Bidonville
3. Shanty Town
4. Favela

leerdoelen

• Je begrijpt het verschil tussen een megastad, een wereldstad en een hoofdstad.
• Je kunt de spreiding van de steden verklaren.
• Je weet hoe een niet-westerse stad is opgebouwd.
• Je kunt met een kaart of model de opbouw van een Amerikaanse stad beschrijven.

Belangrijke begrippen!

• Hoofdstad: bestuurscentrum van het land.
• Wereldstad: groot, belangrijk op wereldniveau.
• Megastad: 10 mln inwoners, geen grote rol in de wereld.

Hoe kan je spreiding  van steden verklaren?

Een stad ligt niet zomaar ergens. 3 factoren spelen een rol:

Welke en geef voorbeelden.  (blz. 15 en 16)

1.

2.

3.

1. kenmerken van het gebied waarin een stad ligt.

absolute ligging:

- Vlakke vruchtbare gebieden

- Langs rivieren en aan de kust

- Vindplaats grondstoffen

2. Kenmerken van de ligging ten opzichte van andere plaatsen.

 relatieve ligging

- Midden in het land of juist aan de kust

- Goede verbindingen met andere steden

Bijvoorbeeld Brussel in het web van België

3. Koloniaal verleden

Vaak aan de kust.

'Doorgeefluik naar het achterland'

Later trek van platteland naar de stad -> Gevolg megasteden

Amerikaanse steden 

• CBD (Central Business District):  chique winkels, uitgaansgelegenheid, kantoren. 
• Oudere woonwijken: arme mensen, oude industrie gebied 
• randstad: winkels, scholen, kantoren.
• Suburbs (buitenwijken):  laagbouw, middeninkomens

opdrachten maken

• verwerkingsblad les 5
• begrippenlijst maken
• check up zie classroom